woensdag 4 juli 2012

Woensdag 4 juli, 346e dag.

Bishop Rock Markeert onze aanloop naar de Scilly's

“De slechtste zomer ooit”, zegt de havenmeester vanmorgen terwijl hij drijfnat in z´n dingy naast onze boot ligt om de havengelden te incasseren, “maar zijn jullie al in het museum geweest?” Yes, dat hebben we gisteren gedaan en er zeker geen spijt van. Hoewel een beetje rommelig hebben ze een zeer waardevolle verzameling. Het stenen en bronzen tijdperk, de periode van de Romeinen. Waanzinnig wat ze hier allemaal gevonden en bewaard hebben.
Meer dan 80 "Scillonian entrance graves
" op deze eilanden

 Een nog gaaf ijzeren zwaard, gewoon door een boer gevonden in 1999, toen hij zijn land bewerkte, van 200 jaar voor Christus. Prachtige sieraden uit de Romeinse tijd. Dan een afdeling met opgezette vogels, alle exemplaren die hier nestelen en rondvliegen en dat zijn er heel veel. Ook de planten en bloemen, maar liever lopen we snel door naar de afdeling die de ontelbare scheepswrakken behandelt. 700, schreef ik eerder in het blog, maar het moeten er door de eeuwen veel meer geweest zijn. De wateren rond de Scilly eilanden zijn eigenlijk één groot scheepskerkhof en daarmee een eldorado voor duikers. Een vitrine met munten uit het V.O.C schip de 'Hollandia' die hier op 13!! juli 1743 te pletter liep op de gevaarlijke kust. In 1702 kwam de hele Engelse vloot terug van Toulon, na een oorlog te hebben uitgevochten met de Spanjaarden, in de problemen bij de Scilly's. Door de slechte weersomstandigheden raakten ze aan lager wal en liepen jammerlijk te pletter op de gevaarlijke rotsen. Slechts enkele schepen wisten weg te komen, 1400 zeelieden verdronken. Maar ook van veel recenter. Eind april van het jaar 1875 ligt het Duitse passagiersschip ss 'Schiller', nog trots , in al haar glorie aan de Eagle Line pier in Hoboken-New York. Met 386 passagiers vertrekt het schip op weg naar Hamburg. De reis gaat via Plymouth en Cherbourg. Even ten zuiden van Bishop Rock raakt de 'Schiller' in zeer slecht weer, de grond. Het is midden in de nacht van zes op zeven mei. Een visser vindt bij daglicht het stoffelijk overschot van een vrouw in het water. Hij alarmeert de reddingsboot, die gaat direct op zoek. Van de 386 mensen overleven slechts 43 de ramp. Duizenden mensen moeten begraven liggen op dit eilandje met maar een handvol inwoners. Honderden foto's aan de wanden van barken, klippers en schoeners die hier roemloos ten onder gingen. Bizar gewoon, zoveel rampen hier zijn geweest. Natuurlijk krijgt de ramp met de olietanker 'Torrey Canyon' ook nodige aandacht. Dit herinner ik mezelf maar al te goed. Op 18 maart 1967 liep het schip bij mooi weer, trouwens, op de rotsen van de beruchte' Seven Stones' hier vlakbij, tussen de Engelse Zuidkust en de Scilly's. De Nederlandse sleepboot 'Utrecht', snel ter plaatse, heeft nog getracht het schip van de rotsen te krijgen op basis van 'no cure, no pay', na onderhandelingen met de kapitein, hetgeen niet gelukte, dat lostrekken dan. Zware stormen, in de week na de stranding braken het schip in tweeën en 61.000 ton ruwe olie liep de zee in. De Engelse Navy heeft toen het schip gebombardeerd om een ramp te voorkomen, een goede aktie was dat niet, de ramp had zich al voltrokken, kilometers vervuilde stranden en duizenden zeevogels vonden de dood. Nu mogen de zeeschepen die route niet meer varen. Ondanks het slechte weer besluiten we om toch maar het eiland rond te wandelen. Een tocht van vier tot vijf uur. De natuur is absoluut bijzonder, zo puur, zo onaangetast. En waar je ook bent, overal zie je de oceaan en de grote granieten rotsblokken waaruit de eilanden bestaan. Stenen graftombes verspreid over het land, wat bij ons de Hunnenbedden zijn. Overal geschiedenis, overal herinneringen aan vroeger leven. Met bijna elke wandelaar die we tegenkomen maken we een praatje, de mensen zijn bijzonder aardig, vriendelijk en belangstellend. We voelen ons gewoon thuis op dit eiland. Terug in het dorpje komen we nog bij een prachtig oud kerkhofje, dat heel idyllisch verscholen ligt onder majestueuze bomen. Grafstenen vanaf het jaar 1800! Wat een schoonheid, een filmdecor in optima forma.

 Een grafsteen trekt mijn aandacht, Horatio Nelson lees ik , died 1889, age 32. Een keurige Engelse toerist helpt me uit de droom, Nee dat is niet onze grote zeeheld, die ligt in Londen begraven. Nelson is een betrekkelijk gewone en veel voorkomende naam. “By the way, do you know the story of Horatio Nelson”? Met twinkels in z'n ogen vertelt hij dat, nadat Horatio was gedood door een kogel, afkomstig van een Spaans oorlogsschip bij de slag bij Trafalgar, de bemanning zijn stoffelijk overschot in een vat met brandy heeft gelegd om het lichaam te conserveren. Later kreeg de beroemde admiraal een eervolle begrafenis in Londen. Aan het eind van de dag, moe, nat, maar voldaan, gaan we nog maar even die gezellige kroeg in voor een pint van die lekkere, donkerbruine en rijk schuimende Guinness voor ondergetekende en een lager voor René. Beer.
Foto's die Marijke op de azoren maakte

Foto's van Bernard van de Azoren tot nu toe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten