zaterdag 29 oktober 2011

Santa Cruz

Donderdag 27 oktober 95e dag.
Dit wordt een werkdag. Er moeten een paar zaken geregeld worden en we verdelen de taken. Aan mij om de gastank te laten vullen. Op het havenkantoor informeer ik naar een adres van een vulstation en krijg van de charmante medewerkster een plattegrondje met een adres en een kaartje van een taxi bedrijf. "Nee, ik ga lopen" roep ik dapper en negeer de vertwijfelde blik in haar mooie bruine ogen. Na een uur sjouwen staat deze eigenwijze Hollander voor het aangegeven adres. Een immens hoog en indrukwekkend kantoor gebouw in een chique kantoorwijk, een soort Noord Zuidas pand. DISA staat er met grote gekleurde letters op de gevel,een soort Shell, maar dan van Spanje en even later sta ik daar op het hoofdkantoor met glazen wanden en palmen tot aan de tweede verdieping, met m'n korte broek, m'n petje en de gastank in m'n handen. De dames achter de receptie beginnen meewarig te giechelen. Heeft de Spaanse met de mooie bruine ogen me toch een verkeerd adres gegeven. Beleefd word ik door de dames in zeegroene mantelpakjes verzocht naar het vulstation te gaan en krijg wederom een adres aangereikt. Hier worden natuurlijk alleen maar miljoenen orders met de rest van de wereld gesloten denk ik en daal de hoge marmeren trappen af naar het straat niveau." Taxi", roep ik en laat me lux, achterover leunend in de zachte kussens naar het vulstation brengen. Coen en René hebben intussen wassen gedraaid en we zijn weer een toonbeeld van vlijt, netheid en reinheid voor de hele haven. De Robeyne wordt ook nog helemaal afgesopt, zowel van binnen als van buiten. Voor de afwisseling eten we 's avonds in Santa Cruz en terug aan boord worden de plannen voor de volgende trajecten besproken, bestudeerd en voorbereid. We maken daarbij dankbaar gebruik van de boeken die we aan boord hebben. De 'Reeds' kunnen we niet meer gebruiken, die ging tot Gibraltar. Van Jan en Ria van Raam, vrienden uit Parkhaven kreeg René drie mooie Pilots van de Spaanse en Portugese kusten, de Azoren, Madeira, Canarische eilanden en Kaap Verde, alsmede 'The Atlantic Crossing Guide'. Onderweg langs de Portugese kust lazen we veel in het boek van Leonard van Veldhoven, een zeilreis van Bruinisse naar de Costa del Sol. Van Hans en Suzan leenden we het boek ' Offshore Zeilen', van Peter Stuivenberg, veel technische en andere waardevolle informatie. Nu we langere trajecten op zee varen is: 'De Zee, een ontdekkingsreis' van Rob Bijnsdorp heerlijk leesvoer. Door zijn boek te lezen is het de bedoeling dat je met andere ogen naar de zee leert kijken. Er is een zee van enthousiaste verhalen, een zee om bewondering voor te hebben en van te houden, maar ook een die je met zorg en respect moet bejegenen. Dan, last but not least: ' De horizon zeilde mee, dag na dag... van Herman Jansen. Hij was de eerste Nederlander die een solo zeiltocht om de wereld volbracht in de zeventiger jaren. Eigenlijk voor ons allen 'het grote voorbeeld'
Inmiddels is het na middernacht en is onze Coen jarig geworden. We hadden er al een paar op maar schenken de glazen nog maar eens vol en proosten op zijn gezondheid, de vriendschap en een lang en fijn leven met zijn Roelie.

Vrijdag 28 oktober 96e dag.
We geven Coen een 'vrije' dag zodat hij in alle rust de telefoontjes en felicitatie smsjes kan beantwoorden. René en ondergetekende gaan met een gehuurd autootje op zoek naar een grote supermarkt. We hebben veel nodig en zien Tenerife als onze laatste haven voor serieuze proviandering voor de grote oversteek. Van de eilanden in de Kaap Verde en Gambia mogen we op dat gebied geen hoge verwachtingen meer koesteren. Santa Cruz is een grote drukke stad met veel één richting verkeer wegen. We rijden een uur van hot naar her voordat we de Lidl gevonden hebben. Met twee volle winkelwagens verlaten we tevreden de zaak en hopen niks vergeten te hebben. Dan gaan we nog even langs het bedrijf waar de gastank is afgegeven. Helaas, de vrachtwagen is nog niet terug van het vulstation. Later op de dag maar terugkomen is het advies.
Al met al kunnen we pas laat in de middag beginnen aan een tochtje om nog wat van Tenerife te zien. Nadat we de drukke stad verlaten hebben, vrijdagmiddag spits!, gaat de weg alleen maar omhoog door prachtige bossen met eucalyptusbomen en hoge sparren.We rijden in de mist door de laaghangende wolken en de lichten moeten aan. Het bescheiden motortje moet er hard aan trekken ons boven te krijgen. Nog een paar mistflarden dan rijden we plotseling een zon overgoten wereld binnen. We zitten op tweeduizend meter en het uitzicht is heel bijzonder, we zitten boven de wolken en de berg de Teide schittert in al zijn glorie in het felle zonlicht. Het doet sterk aan de beelden van de wintersport denken, het is trouwens bijna net zo koud. Dan gaat het verder bergafwaarts naar Puerto de la Cruz aan de noordkant van het eiland. Onderweg komen we nog langs een indrukwekkend sterrenobservatorium. Er is op deze hoogte geen lichtvervuiling, aldus René
In tegenstelling tot Santa Cruz is dit een toeristische plaats met veel vertier voor de verwende vakantieganger. We slenteren wat langs de rijk bewinkelde boulevard, kijken onze ogen uit naar krullende oceaangolven met surfers en de capriolen van paragliders die langs de steile rotshellingen behendig gebruik maken van de thermiek en even later, vlak voor de hoge hotels, met veel bravoure tussen de verbouwereerde toeschouwers landen.
Het wordt al weer donker en we nemen de kortste weg terug. Op uitnodiging van Coen, hij trakteert op een dinertje ,zitten we die avond op een mooi plein aan de 'Sole meuniere' Gelukkig hebben ze wifi want er moet nog geskyped worden met het thuisfront.

Zaterdag ,29 oktober 97e dag

donderdag 27 oktober 2011

Fotoos van de laatste maand

naar Tenerife

Zondag 23 Oktober 91e dag.
Het slechte weer zou dus vandaag moeten komen. In de ochtend hangen er al donkere wolken in de bergen boven Funchal. Na het ontbijt eerst maar even naar de wal voor vers brood, een frisse douche en het ophalen van een 'vers' weerbericht bij het havenkantoor. Helaas, er hangt nog het zelfde bericht als twee dagen geleden. Gelukkig heeft Coen zijn laptop meegenomen en op een terras met WiFi en cappuccino halen we de laatste gribfiles binnen. Nog steeds harde wind op het traject naar de Canarische eilanden. We besluiten te wachten tot de depressie voorbij is en nemen nog zo'n lekkere cappuccino. Ook googled Coen nog en passant het grootste passagiersschip. We dachten n.m dat de joekel die hier voor de deur ligt wel één van de grootste moest zijn. Nee dus, de grootste ter wereld, tot nu toe dan, is 340 meter lang en heeft een capaciteit van 5000 passagiers en 2500 bemanningsleden. Dat is twee maal zoveel als het schip hier! De eigenaar van het restaurantje loopt zenuwachtig naar de lucht te kijken en begint alvast de parasolletjes binnen te halen. Hij heeft het goed ingeschat, even later valt de regen in bakken naar beneden en de wind blaast het vuil van de straten. Reclame borden met de dagmenu's vallen om en haastig wordt alles wat los staat binnengehaald. Met de golven die nu de baai binnenlopen ziet de terugtocht met de kleine dingy er niet erg aanlokkelijk uit. We blijven dus ook maar gelijk lunchen. Als het ergste voorbij is tuffen we terug naar boord en komen redelijk droog over.

Maandag 24 oktober 92e dag
Het is nog donker en we zijn in diepe slaap. Dan: bonk, krasst, bonk, bonk! Snel zijn we aan dek. Er is net genoeg licht om te zien wat er gaande is. Een klein Frans zeiljachtje, los geslagen van zijn ankerplek ligt tegen de voorkant van de Robeyne te rammen. Het jonge echtpaar is al bezig om 'af te houwen' en maatregelen te nemen om erger te voorkomen. Daar staan we dan , vijf mensenkinderen in hun ondergoed die proberen hun spulletjes heel te houden. We kunnen niet voorkomen dat de boten elkaar nogmaals flink raken. Het jonge paar haalt hun anker op en verkassen. We overleggen met ze dat we bij daglicht de eventuele schade zullen bekijken. Terug naar bed dan maar. Daglicht; wij hebben gelukkig geen schade, afgezien van wat witte verf van hun bootje op onze romp. We gaan anker op en varen nog even bij de tortelduifjes langs. Ook bij hen valt het allemaal reuze mee en opgelucht groeten we ze en wensen ze 'bon voyage' . In de haven mogen we even aan de ponton om water te tanken. Onderwijl doen Coen en ik snel de boodschappen voor de oversteek van 250 mijl naar Tenerife. Het is precies twaalf uur als we de havenmeester de hand drukken en hem bedanken voor de hulp. " Plenty wind" schreeuwt hij ons nog na als we van de ponton los gooien. Nou dat hadden we gauw in de gaten. Buiten de pieren was het gelijk raak. Windkracht zes met uitschieters naar zeven. Daar bovenop nog een pittige swell van het slechte weer van de zondag. Dansend verlaten we Madeira! De zeeën bouwen zich snel op en surfend op de ons achterop lopende golven loopt de snelheid soms naar de negen knopen. Voor ons zware schip al heel wat. Witte koppen op de overslaande golven waar het zonlicht het water doorzichtig groen kleurt. Prachtig zoals de Robeyne de golven ' neemt'. Door de heerlijk warme temperatuur komt alles zo heel anders over dan op de koude Noordzee met dezelfde wind. Het is een totaal andere ervaring. We genieten en zijn blij weer op zee te zijn. Maar waarom willen mensen toch altijd weer naar die zee. Wat trekt ons naar het strand op een mooie zomerse dag, maar nog meer tijdens een storm in de herfst. Dat verlangen dat mensen doet kiezen om hun beroep ervan te maken of als hobby een leven lang op het water door te brengen. Hebben mensen ergens een geheime bestemming verborgen of dragen wij, zoals de Amerikaanse biologe Rachell Carson schreef, een erfenis met ons mee van Moeder Zee? De kalium, natrium en calcium zouten die in ons bloed in exact dezelfde verhoudingen voorkomen als in het zeewater. Het protoplasma in onze lichaamscellen, dat nog dezelfde samenstelling zou hebben als de eerste ééncellige levensvormen die zich twee tot drie miljard jaar geleden in de zee vormden. Het zal altijd wel een geheim blijven, zoals zoveel dat met de zee te maken heeft.
Ondertussen varen wij de nacht in. Het is in tegenstelling tot de verwachting, die afnemende wind voorspelde, nog steeds een harde wind. Ondanks de heftige bewegingen maakt Coen een heerlijke maaltijd klaar met zalm en roerbak groente. Helaas heeft hij voor het bereiden te lang binnen moeten staan en is dringend aan frisse lucht toe. Ook het slapen voor degene die geen wacht loopt is het deze keer een beproeving. Door het heen en weer rollen in je kooi, ondanks de extra kussens en handdoeken om jezelf klem te zetten, wil de slaap niet komen. Daarbij schuift en rammelt het in alle kastjes van de ene naar de andere kant. Ach,het hoort erbij, wij willen toch zo graag die droom verwezenlijken!

Dinsdag 25 oktober 93e dag.
Na een nacht met wind en regen heeft de ochtend nog een verrassing in petto. Als laatste stuiptrekking komt er nog een pittige bui met veel wind. Daarna is het gedaan en moet zelfs de motor af en toe bij om 'ergens' te komen. De rest van de dag zijn Coen en René druk in de weer met de zeilen, om de vaart in het schip te houden. Spi bomen d'r in, dan weer d'r uit en dat alles in de regen. Eind van de dag schrijven we elk een mailtje aan Marijke, die vandaag jarig is. Normaal gesproken zouden we met happy hour één borrel drinken, dit keer nemen we er twee, waarvan één een proost-Marijke-op je gezondheid. We zijn nu dwars van de Selvagens eilanden en 150 mijl van Madeira. Het zijn onherbergzame rotsen in zee, slechts bewoond door een enkele vuurtorenwachter en wat vissers. In de Pilot wordt ten sterkste afgeraden de eilanden in het donker te benaderen vanwege de vele rotsen onder water. Wij gaan ze op een respectabele afstand voorbij. Nooit gedacht dat het me zou lukken met zo'n beweeglijk schip een maaltijd te koken, maar met af en toe je kop boven het luik, gaat het net. Blijkbaar toch zeebenen gekregen. De nacht is betoverend mooi. Langzaam verdwijnt de bewolking en worden miljoenen sterren zichtbaar. Van één ster breekt het touwtje waaraan ze is opgehangen, met een lange staart stort de meteoor, want dat is het, richting horizon. We wensen onszelf een behouden vaart. De zee fluoriseert en de zeevonkjes glijden langs de huid van het schip. Met een Ipod vol prachtige muziek, een Ebook of gewoon zitten en genieten komen we onze wachten door. Het is stil, donker en leeg op zee. Zo glijdt de Robeyne naar ons volgende doel, Tenerife, waarvan aan de horizon een heel flauw licht tegen de wolken boven het eiland weerkaatst. We zijn dan 70 mijl ervan verwijderd! Dan is eindelijk het ochtendgloren daar, stukje bij beetje. Het wordt niet zomaar ineens dag. 's Nachts zie je nauwelijks de vorm van de schimmige golven die uit het donker komen aanrollen, in de ochtend worden de contouren langzaam zichtbaar. Dan in het oosten, een zacht purper blauwe gloed die langzaam sterker wordt. Het schip en alles om je heen komt weer tot leven en een nieuwe dag is geboren. Tenerife is nu goed zichtbaar, De Pico de Teide ( 3718 meter hoog) en tevens de hoogste berg van Spanje,houdt z'n top nog voor ons verborgen in de wolken. Er waait inmiddels een steady windje en met deze snelheid kunnen we voor het weer donker wordt de haven van Santa Cruz binnenlopen. De hoge, ons achterop lopende deining helpt ons in de goede richting. De eerste vogels scheren alweer over het water.

Woensdag 26 oktober 94e dag.
Een rustige dag op zee. Een mini samenleving op een paar vierkante meter. Alle handelingen worden routinematig uitgevoerd, ze zijn niet veel anders dan thuis. Als het weer goed en stabiel is
zoals nu, vindt de Robeyne z'n weg wel. De koers ingesteld op de stuurautomaat, en met de zeilen goed getrimd kan het schip urenlang probleemloos voortgaan. Wij kunnen ons dan bezighouden met lezen,klusjes,opruimen,afwassen,koffiezetten,blog schrijven,sudoku,enz,enz. De wacht kijkt af en toe rond en speurt de horizon af. Niks, weer niks te zien. Op de hele oversteek van 250 mijl hebben we niet één schip gezien, behalve dan vlak voor Tenerife. Op de marifoon een 'securité' met een waarschuwing voor vulkanische activiteiten op de zeebodem. Schepen wordt verzocht 4 mijl afstand te houden van het betreffende gebied. Gelukkig zitten we er 60 mijl vandaan en zien niks roken of borrelen om ons heen! Het begint net te schemeren als we de haven van Santa Cruz binnenvaren. De havenmeester komt ons met een bootje tegemoet varen en na de gebruikelijke: hoe lang en hoe breed??? wijst hij ons een plekje aan de steiger. Dan is het tijd voor een biertje en kijken we met voldoening terug op weer een mooie tocht. René slooft zich nog uit in de keuken en tevreden zitten we even later in ons kuipje te schranzen. Om ons heen boten uit Amerika,België Finland,Duitsland,Zweden en zowaar een uit Lelystad, maar we zien niemand aan boord. Vanwege het slaap te kort van de vorige nachten gaan we bijtijds in onze kooien om nog wat te lezen en proberen te slapen.
Beer.

zondag 23 oktober 2011

Foto's die Marijke maakte in de Algarve

Veel plezier met deze foto's, die van Beer zulen we gauw uploaden.

Deel 1 van de foto's
Deel 2 Algarve

zaterdag 22 oktober 2011

Madeira enzo

Donderdag 20 oktober 88e dag
Door de harde wind is er vannacht een klein vissersbootje van zijn meerboei losgeslagen. Hulpeloos ligt het op de keien te rammen ,de buitenboord motor zit er nog aan. Zodra René wakker is zien we het als een nieuw project. We gaan proberen of er nog iets te redden valt. We pompen de bijboot op en tuffen naar het 'project'. Dichterbij gekomen zien we het al, er is een gat in de bodem geslagen waar een olifant doorheen kan. Het scheepje moet als verloren worden beschouwd. We melden het bij de havenmeester. Later die dag zien we de vermoedelijke eigenaar de motor en nog wat visgerei uit het wrakje halen. Misschien een arm vissertje, wat moet is nou?
Een klein menselijk drama, in één nacht je broodwinning weg. We hopen maar dat ie verzekerd was, maar het leven hier een beetje inschattende, hebben we onze twijfels daarover. We gaan vandaag de bergen in. Vanaf de boulevard gaat er een heuse kabelbaan naar ongekende hoogte. Fa.Doppelmeyer/ Austria staat er in de gondel die ons rap naar boven brengt, nou dat wekt wel vertrouwen. Raar om in zo'n skilift te stappen zonder ski's of snowboard maar bij een temperatuur van 28 graden. Het uitzicht boven is echt supermooi, ver beneden zien we ons bootje in de baai voor anker. Normale mensen nemen de lift weer terug naar beneden, wij gaan terug lopen. Heel steil loopt het pad langs de rotswanden naar beneden. Een aanslag op de kuitspieren en van hoogtevrees moet je geen last hebben (heb ik wel!) Halverwege besluiten we om nog een bezoek te brengen aan de Botanische tuin en klimmen weer een heel stuk omhoog. Allemaal de moeite waard. Drieduizend planten en 300 exotische vogels, die bij ons in de dierentuinen echter betere en ruimere behuizing hebben. Wij zijn verwend met Artis, Burgers Bush en Dierentuin Emmen. In een van de restaurantjes aan de haven laten we ons het eten deze avond goed smaken.

Vrijdag 21 oktober 89e dag.
Met een gehuurde auto gaan we Madeira verkennen. Het eerste point of interest is een hele steile, loodrecht uit zee oprijzende kaap van 580 meter hoog , Cabo Girão. Europa's hoogste cliff en 's werelds één na hoogste. Waar zou de hoogste zijn??? Ik durf nauwelijks over de rand te kijken, maar maak toch snel een paar foto's. René en Coen staan rustig langs het randje en genieten van het uitzicht, terwijl ik maar gauw terug naar de auto loop. We gaan dwars over het eiland naar de noordkant en wanen ons in de Alpen of de Pyreneeën en dat midden in de Atlantische oceaan. De wegen zijn extreem steil en menig weggetje moeten we in de eerste versnelling met veel toeren naar boven. Ook heeft Madeira veel kilometers tunnel. We maken een koffiestop in een klein vissersplaatsje, Camara de Lobos, Rond het piepkleine haventje zitten veel mannen te kaarten of maken zich kwaad met een spel wat lijkt op Domino. Weinig activiteiten op de schamele bootjes en het geheel geeft een wat trieste aanblik. Al met al een schril contrast met de vaak luxe Hotels en huizen die rijkelijk bezaaid tegen de rotswanden zijn gebouwd. Het verschil tussen rijk en arm is hier groot. We rijden een spectaculaire kustweg waar de grote golven van de oceaan de kust bespringen en het schuim meters hoog doet opspuiten. Porto Monitz, waar we ons tegoed doen aan een heerlijke lunch staat bekend om zijn zeezwembaden. De baden zijn gebouwd tussen de rotsen in zee en bij vloed verversen de hoge golven het water dat met kracht over de randen bruist. De terugtocht gaat over de hoogvlakte waar we op zoek gaan naar een Levada. Het zijn wandelpaden langs een vernuftig irrigatie systeem dat het water van de noordhellingen naar lager gelegen delen voert. Vanwege de tijd, het wordt al bijna donker, kunnen we de wandeling niet afmaken en zijn blij als er halverwege een busje staat om ons naar de parkeerplaats, waar onze auto is achtergebleven, terug te brengen. Terug bij de haven lopen we nog even langs de kiosken waar je kan boeken voor diverse tochten op het water zoals: Big Game Fishing, de folders beloven je vangsten van: Blue Marlin, Spearfish, Tuna, Wahoo en Dorado. Stoere mannen op de foto's met manshoge opgehangen vangsten. Of met een glass bottom boat, dolfijnen en schildpadden bekijken, sealife guaranted. Of met een reuze catamaran op pad voor dolphin en whale watching. Als ze geen dolfijnen spotten mag je de volgende reis gratis mee. Er is veel belangstelling voor de trips en de boten varen regelmatig vol met belangstellenden, waaronder vooral veel kinderen de haven uit. Interessant is een brochure over hoe je moet handelen als je dolfijnen of walvissen op zee tegenkomt. A thrilling experience ! Maar, wordt er gewaarschuwd neem een aantal regels in acht. Blijf op een afstand van 100 meter en separeer nooit en kalf van haar moeder ( bij walvissen) Als ze naar je toe komen laat de dieren rustig voorbij zwemmen. En bij dolfijnen, wanneer ze voor de boot spelen, houdt koers en snelheid tot ze er genoeg van hebben. Goeie tips die we zullen respecteren als we straks richting Canarische eilanden gaan. Wat we tegen kunnen komen ( volgens de brochure) zijn: veertien soorten walvissen, variërend in lengte van 2 tot 27 meter en zes soorten Dolfijnen. Hopelijk gaan we ze zien, tot nu toe mogen we al niet klagen van wat we van de wonderen van de diepe oceaan hebben mogen aanschouwen.
Zaterdag 22 oktober 90e dag
Er is een giga groot cruiseschip de haven in gekomen vannacht en ligt recht tegenover ons aan de terminal. Omdat het zaterdag is zijn er ook zeilcursussen vanuit de Madeira yachtclub en het is komisch om te zien hoe een zeilklas met optimistjes vlak langs het zeekasteel scharrelt. Wat moet dat een belevenis zijn voor die kinderen. Verder rammen een stel jongelui met waterscooters de hele middag rond de Robeyne en proberen indruk te maken op de meisjes die op de kade staan. Ach , wij zijn ook jong geweest en deden met brommers net zo.( tenminste ik!) Lijkt me trouwens wel kicken op zo'n ding! Coen gaat de stad in, René en ik doen nog wat boodschappen en lezen aan dek tot het begint te druppelen. Er is niet zulk mooi weer voorspeld voor het weekend, harde wind met buien. Ach, binnen is het ook goed en met de goed gevulde board-bibliotheek, de volle ijskast en de container met 10 liter rode wijn is het best uit te houden. Een smsje van Marijke meldt ons dat de Robeyne de 'Opleidingsprijs' heeft gewonnen op het Postpalaver van heden avond. Graag komen we er op terug, aangezien er in Parkhaven op het gebied van het WARE ZEILEN! nog heel wat kan worden opgestoken, denk bij voorbeeld aan de simpele stelregel: ' samen uit, samen thuis' om er maar eens even één te noemen. We komen in de loop van onze reis hier graag op terug. Trouwens er schiet ons er nog één te binnen: Beter een dag later vertrokken, dan te vroeg aangekomen!
Beer

woensdag 19 oktober 2011

Naar madeira

Dinsdag 18 oktober 86e dag.
We gaan met de dingy naar de wal om het plaatsje te bekijken. De VVV is dicht, het seizoen is klaarblijkelijk voorbij. Er rijdt nog wel een sightseeing bus en we besluiten die te nemen om iets van het eiland te zien. Erg veel heeft Porto Santo niet te bieden. De uitzichtpunten waar de bus stopt zijn wel de moeite waard. Vanaf zo'n hoogte kun je het eiland goed overzien en diep beneden in het kleine haventje ligt de Robeyne zachtjes te schommelen. Er is helaas geen uitleg in meerdere talen via de oordopjes formule en de chauffeur spreekt maar vier woorden Engels. Bij elke stop roept hij " Ten minutes , no more" .Na afloop van de weinig spectaculaire tocht doen we nog de boodschappen bij de supermarkt en staan we ineens tussen de huismannen en vrouwen van Porto Santo. We hebben niet zoveel nodig. De oversteek naar Madeira is maar veertig mijl, een dagtocht dus en in Funchal zijn er winkels te over. Terug bij de haven drinken we nog een biertje op het terras van het clubhuis en maken kennis met drie landgenoten. Ze stellen zich voor als Willem, Lea en vriend Hans. Ze zijn net van de Azoren gekomen en hebben een schip gekocht van Hans die daar permanent woont. Willem heeft mooie verhalen. Hij is al vijf keer met Lea de oceaan overgestoken.
Hij zeilt eigenlijk nog niet eens zo heel lang. Met z'n eerste bootje, een van der Stadt primaat, gebouwd van 9 mm hechthout en gekocht voor 500 euro!! maakte hij singlehanded z'n eerste oversteek naar Suriname." D'r kwamen nog wel wat kosten bij" zegt ie in sappig Amsterdams," een dingy een gps ie en meer van die zooi , kom ik met dat ding in windkracht 10 terecht, nou alles naar beneden dus en ben ik maar binnen gaan zitten en mezelf een paar borrels ingeschonken en gedacht dat ding blijft wel drijven. Fijn hoor zo'n licht bootje, ik heb nog nooit een klappie groen water in de kuip gehad. Het varen beviel hem zo goed dat hij thuis, huis en zaak verkocht en besloot de rest van z'n leven maar op het water door te brengen. Een Catalac catamaran was hun huis de laatste zes jaar en nu dus die nieuwe boot. Vijftien meter zeilend staal gekocht van Hans die er op de Azoren resque's mee deed. Hij heeft regelmatig zeilboten opgehaald die met problemen enkele honderden mijlen van de Azoren dreven, zoals die ene met nog twee liter drinkwater en één blik spaghetti. Willem heeft nog goeie tips voor Suriname waar hij trouwens begin januari zelf ook zal zijn. We bekijken nog even hun nieuwe aankoop en gaan dan terug aan boord en bereiden ons vertrek voor. Zodra het licht wordt zullen we vertrekken. De windverwachting is gunstig vijf tot zes beaufort uit de goede richting.

Woensdag 19 oktober 87e dag.
Het windmolentje heeft de hele nacht staan draaien dus de wind is er blijkbaar al. Voor dag en douw verlaten we de haven en maken gelijk gebruik van de goede wind. Dit belooft een snelle overtocht. Met de 25 knopen wind is de Robeyne in haar element en wordt de 40 mijl snel overbrugd. Terwijl de contouren van Porto Santo achter ons vervagen doemt Madeira in al haar glorie op aan de horizon. De bergen zijn hier aanmerkelijk hoger, ruim 2000 meter en verder is het er veel groener. We stuiven langs het vliegveld dat langs de steile wand lijkt te zijn geplakt, met een landingsbaan op palen ver in zee. Bij Funchal aangekomen roept Coen de havenmeester op om een ligplaats in de haven te vragen. Ja, 26 oktober zijn we eerste! De haven ligt bomvol, jammer dan, dat wordt ankeren buitengaats. Niet erg prettig, we liggen lagerwal en er staan nog flinke golven. We liggen te hotseklotsen en te slingeren als een speelgoed eendje in een bubbelbad. We controleren of we goed blijven liggen en als het vertrouwen daar is beginnen we aan happy hour, iets vroeger dan normaal maar dat moet kunnen. Hoewel we zelf goed liggen, kijken we toch met argus ogen naar de andere zeilboten. Lag dat schip straks niet op een andere plek, hij komt behoorlijk dicht bij de keien. Maak je je geen zorgen om je eigen schip, ga je op die andere zitten letten. En ja hoor terecht, het anker van een Frans jacht krabt en dat ziet er niet goed uit. We willen net de havenmeester oproepen als de eigenaar met z'n vrouw in een dingy komen aangescheurd. Ze waren natuurlijk lekker de wal opgegaan en de snel opgekomen wind te laat bemerkt. Ze zijn net op tijd en hadden geen kwartier later moeten komen. En dan is staat René achter me te koken terwijl ik zit te schrijven, nog even en dan gaan we lekker eten. Buiten waait het nog steeds hard maar de duizenden fonkelende lichtjes van de stad Funchal maken een hoop goed. Morgen gaan we aan land.
Beer

zondag 16 oktober 2011

Het Cruiseschip

De avond valt, binnen enkele minuten is de bron van al het leven in het westen onder de horizon gezakt. Het lijkt wel of ze haast heeft, morgen moet ze weer aan de andere kant van de wereld zijn.
Gelijk wordt het frisser en donkere wolken vullen het zwerk. We genieten van Coen zijn éénpans gerecht en keuvelen nog wat na in ons kleine kuipje. Bij het schaarse licht van een half maantje, dat zich af en toe achter de wolken verstopt snort de Robeyne voldaan in de goede richting. Een immens groot cruise schip gaat op 1 mijl afstand voor ons langs. Uit de honderden ramen en patrijspoorten schijnt uitbundig licht. Een varend vijf sterren hotel. In gedachte zie ik een echtpaar in één van de super de luxe buitenhutten. Met balkon en uitzicht op zee, had hij nog nadrukkelijk op het reisburo gezegd en gekregen. Het mag wat kosten. Hij heeft niet voor niets z'n hele leven zo hard gewerkt en nu met pensioen gaan we er eens mooi van genieten had hij tegen z'n lief gezegd. Ze was het er helemaal mee eens. Op de rand van het kingsize boxspring bed ligt haar hele garderobe uitgestald, de bijpassende schoentjes op het dikke tapijt op de grond netjes op een rij." Wat dacht je van die kobalt blauwe zijden jurk met boothals, is dat niet toepasselijk voor het captains dinner vanavond? " " lijkt me prima" roept hij vanuit de rijk verlichte badkamer zonder te kijken. In dit soort situaties is hij gewend haar altijd gelijk te geven. Hij frummelt nog wat aan zijn witte smokingjasje terwijl zij liefdevol het bijpassende strikje om zijn nek vast maakt. In de lift naar de elfde verdieping, het restaurant dek, bekijkt ze zichzelf in de spiegel. Die Italiaanse kapper van het promenadedek heeft er iets moois van gemaakt. Tevreden draait ze haar hoofd, om ook de achterkant van haar kapsel te inspecteren. Ja, hij heeft het goed geknipt. Met haar hand streelt ze sierlijk het grijs golvende haar. Met haar mooi klassieke uiterlijk heeft ze iets koninklijks. De charmante rimpeltjes bij haar ogen getuigen van een vrolijke kijk op het leven. Arm in arm stappen ze het exclusieve restaurant binnen waar de obers in witte jasjes met zilveren schalen, waarop fluten champagne, de gasten verwelkomen. Op een kleine verhoging speelt een orkestje melodieën van Richard Kleidermann. De vier wijnglazen bij elk couvert op de damasten tafelkleden beloven een culinair rijke avond. Liefdevol schuift hij de stoel voor haar aan. Zo,laat de ganzenlever met toefjes kaviaar maar doorkomen. Het volgende gerecht, wilde zalm op een bedje van gepureerde prei met koriander, omgeven door een schoolklasje van rivierkreeftjes is tongstrelend, het zijn allemaal smaaksensaties en tussen de gangen door kan er gedanst worden op de ritmische klanken van muziek uit de Caribean. Zo glijdt het statige cruiseschip met wellicht duizenden passagiers door de nacht. Langzaam zien we het alsmaar kleiner worden tot slechts een stipje van licht aan de donkere horizon. Wij nemen nog een yoghurtje, gaan slapen of nemen de wacht. Onze vierde nacht op zee. Tijdens Coen zijn wacht ziet hij 1 schip en 1 dolfijn. René ziet niks, maar heeft wel twee hoofdstukken van een gesproken boek beluisterd over het leven van Odysseus. Ik mag het licht zien worden met schitterende wolkenpartijen in de kleuren oranje en rood. En dan is het alweer:

Zondag 16 oktober de 84e dag.
We proberen het ware zondagochtend gevoel op te roepen en verwennen onszelf met mooie muziek. René heeft bijna 9000 muzieknummers in de laptop en even later schalt de stem van Suzan Boyle over de oceaan. Il Divo, met 'have you ever really loved a woman' volgt en prachtige piano klanken van Schubert vervolmaken deze ochtend. Net voor dat we aan de lunch toe zijn zit er een vis aan de haak van de lijn die we permanent achter de boot aanslepen. Coen, als ervaren visser maakt hem vakkundig schoon en serveert de fileetjes voor de lunch. Verser hebben we nog niet eerder gegeten.
Vanmorgen zwom ie nog, zingt hij plagerig. Het was een Atlantic Bonito, volgens de boeken en smaakte super lekker. Nog 84 nautical myles te gaan. Met een vaartje van zes knopen doorklieft onze Robeyne het zilte nat, een mooie witte snor van boegwater voor zich uit duwend.
Porto Santo, here we come!
Beer

zaterdag 15 oktober 2011

Zeeschildpadden

Zaterdag 15 oktober 83e dag.
Het was een prachtige nacht, alsof we in de Stille Zuidzee voeren. Beelden uit oorlogsfilms over de South Pacific kwamen boven. De heldere maan die het water deed glinsteren. Klanken van de Hawaien gitaar en bekoorlijke heupwiegende hoela hoela meisjes met bloemenkransen in het haar moesten we er maar bij denken. Het overgrote deel van de nacht gleden we met nauwelijks drie knopen door een bijna gladde zee. Na de hondenwacht kwam er meer wind en liep de snelheid op naar 6.5 knopen en maakten we behoorlijke helling. René besloot om zijn vooronder ligplaats te verruilen voor de bank in de 'salon' .Bij het krieken van de dag verdwijnt de wind weer net zo snel als hij was gekomen. De motor moet er weer bij anders wordt het een drijfpartij. We zetten de gashandle maar gelijk op 2500 toeren om onze Yanmar even goed schoon te blazen. Een diesel moet je zo af en toe goed op zijn donder geven zeggen de kenners! Op naar Porto Santo!
Het was in het jaar 1418 toen João Goncalves zarco en Tristão Vaz Teixera, op weg naar Afrika, in opdracht van Hendrik de Zeevaarder door een zware storm uit hun koers werden gedreven en een schuilplaats zochten achter dit onbekende en dus bij toeval ontdekte eiland. Een snelle terugtocht naar Lissabon was het gevolg om de ontdekking van de Archipelago te melden bij Hendrik de Zeevaarder, die hen onmiddellijk terugstuurde om de eilanden te claimen en te koloniseren. Ze namen gelijk maar een gouverneur mee op hun terugtocht naar Porto Santo, Bartolomeu Perestrelo,
een Portugese edelman, niet wetende dat hij later de schoonvader zou worden van Christopher Columbus. Kort daarna vestigden de eerste Portugese kolonisten zich op het eiland en introduceerde wijn en landbouw. Later kwamen daar de suikerriet plantages nog bij. Hun meegebrachte konijnen aten het meeste van de oorspronkelijke vegetatie op, zoals nu de geiten doen. Aanvallen van piraten schepen deed de inwoners vluchten naar hoger gelegen gebieden, zoals de Pico do Facho ( 506 meter) Maar de armoede op het eiland was eigenlijk hun beste verdediging, er was gewoon niks te halen. Het aantal inwoners bleef dan ook beperkt. Toch was het leven niet zonder verrassingen. In 1724 liep het Nederlandse zeilschip' Slot ter Hooge' door een zware storm uit haar koers geslagen op de rotsen aan de noordkust te pletter. Haar lading bestond uit zilveren staven en de meeste werden aan land gebracht. Zelfs kort geleden hebben duikers nog meer zilver boven water kunnen halen uit het wrak. In het museum 'Quinta das Cruzes' op Madeira zijn de staven te zien.
Porto Santo, slechts 11 km lang en 6 km breed , een schamele 41 vierkante km waarvan een groot gedeelte zandstrand. Dit is trouwens de grote attractie van dit bijna Caraïbische eiland in vergelijking met het grotere Madeira. Veel Madeirianen gaan in het weekend naar Porto Santo of hebben er een vakantiehuisje. We gaan het over een paar dagen allemaal wel zien. Voorlopig op motorkracht want de zee wordt spiegelglad. In het olieachtige water zien we het eerste schildpad en varen er direct naar toe voor het maken van foto's of film. Dichterbij gekomen duikt de rakker onder en we zien hem in het glasheldere oceaanwater naar de diepte verdwijnen. Voor de lunch leggen we de Robeyne stil en doen we wat we alle drie al zo lang wilden doen. We kleden ons helemaal uit en duiken in het kristal heldere, diepblauwe water van de Atlantische Oceaan. Ter plaatse ruim 4000 meter diep! Als een stelletje uitgelaten en joelende kinderen spartelen we rond de boot. Heerlijk! Wat een unieke ervaring. Terug aan boord maakt Coen zijn beroemde omelet en we constateren dat het leven goed is. Dan starten we de motor en vervolgen onze reis. Na een uurtje ziet René een grote balk in het water drijven en denkt dat daar wel vis bij kan zitten. Hij heeft helemaal gelijk, rond de balk van wel zes meter lang zwemmen prachtige gekleurde vissen. Het zijn grote Dorado's. We leggen het schip weer stil en pakken het visgerei. De enige vis die hapt is niet een dorado maar een onbekende, althans, we kunnen hem in het grote visboek niet vinden. Hij mag terug in zijn element. Coen heeft voor het avondeten al heel erg z'n best gedaan, daar kan geen visje tegenop. De rest van de middag zien we nog tientallen grote en kleine schildpadden en dan komt er eindelijk weer een beetje wind.
Nog 175 mijl te gaan.
Beer

vrijdag 14 oktober 2011

Halfweg Porto Santo

Donderdag 13 oktober 81e dag.
We komen weer in het zee ritme van eten, drinken,wachtlopen, slapen, eten....Even geen havenmeester, formulieren invullen, boodschappen doen in overvolle supermarkten, klusjes aan boord, we gaan de Oceaan weer op en het lijkt wel of de Robeyne er ook zin in heeft.Om vijf uur altijd Happy Hour. Onze gast aan boord is, na bestudering van de ANWB vogelgids, een grote gele kwikstaart en ze is van het vrouwelijke geslacht. Gelukkig weer een vrouwtje aan boord! We noemen haar de Portugese vliegenvangster, omdat ze uitgerekend op het opengeslagen boek van Rik Felderhof gaat zitten. Zijn prachtige nieuwe boek dat Madee voor ons meebracht,' De Vliegenvanger' , het bizarre en ontroerende levensverhaal van Peter Wanders. We amuseren ons met het gedrag van ons nieuwe bemanningslid, parmantig trippelt ze over het dek en verlaat van tijd tot tijd het schip op zoek naar voedsel. Ze zit op de rand te kijken en zodra ze iets ziet vliegen is ze weg om even later met haar prooi weer veilig te landen. Op de omgekeerde puts op het achterdek gieten we wat water en even later poedelt en drinkt madame dat het een lieve lust is. Ze is een welkome afwisseling op onze reis. Om beurten zijn we kok, we zijn wel geen Joop Braakhekke maar maken er elk op onze manier het beste van. We snijden uien,knoflook,prei, paprika en andere verse groenten zolang de voorraad strekt. De kunst is om met zo min mogelijk potten en pannen een maaltijd klaar te maken met vaak rijst als goede basis, die als hij gaar is onder m'n dekbed wordt warm gehouden tot de rest ook zover is. En dat alles op een bewegend slingerend schip. De nacht wachten lopen vanaf 20.00 uur en wisselen elke vier uur. Alles is dan netjes afgewassen en opgeruimd. Aan boord moet alles steeds opgeruimd zijn, alles op z'n vaste plek, dat geeft rust. De lantaren voor het grijpen, de laptop aan voor de positie en de eventueel kruisende schepen. De marifoon op kanaal 16 voor de weerberichten en overige maritieme bijzonderheden. Na je wacht in het logboek schrijven, koffie of thee zetten voor je opvolger. Dan je slaap pakken, want voor je het weet is het weer jouw beurt. Tijdens de wacht, kijken, om je heen kijken, de horizon af turen. Je wilt iets zien, maar er is niks, alleen de zee met ons als middelpunt. De hele nacht beschijnt de maan de golven en waakt samen met degene die wacht loopt over ons alsmaar voort zeilende scheepje, verder alsmaar verder. Door de schaduwen die bewegen door de slingering van het schip komt alles tot leven. Stil is het nooit, geruis van de wind, het klotsen van het water tegen de romp van het schip, de stuurautomaat die zacht kreunend geluid maakt, alsof hij wil zeggen, ik ben er ook nog, ik stuur voor jullie! Wij drieën met sinds gisteren middag een kwikstaartje erbij. Voor de nacht is ze weggekropen ergens in het achterschip. Coen verdenkt haar dat ze in zijn kooi de nacht gaat doorbrengen en probeert daar een stokje voor te steken, maar hoe hij ook zoekt en schijnt met z'n lantarentje, ze is nergens te vinden, zou ze ons nou toch verlaten hebben??

Vrijdag 14 oktober 82e dag
" Ze is al uitgevlogen en heeft haar ontbijt al binnen" zegt René als ik om even na zonsopkomst m'n hoofd door het luik steek. Waar ze zich de nacht heeft verstopt zullen we nooit weten. De wind laat het afweten en we halen maar net de drie knopen. Nog 257 mijl te gaan. De gribfiles met weer info geven iets meer wind voor het komende weekend uit N.O richting. Nu zakken we behoorlijk onder de koerslijn en zeilen meer richting Canarische eilanden. Het is al weer behoorlijk warm, zelfs een puts met koud oceaan water geeft nauwelijks verkoeling. Met ons vliegenvangertje gaat het niet goed. Ze zit maar stil in een hoekje van de buiskap en wat we ook proberen met kruimels brood, stukjes kaas en vlees, ze wil niet eten en is dat ook niet gewend. Ze zal het niet lang meer maken. Ze heeft de kracht niet meer om er zelf op uit te gaan en wat te vangen en misschien is er ook niks meer te vangen. We zitten ruim 200 mijl van de vaste wal. Na onze lunch is het zover. Met gestrekte pootjes ligt ze in het gangboord. Het tere lijfje is nog warm, als we haar aan de zee toevertrouwen. Ik moet denken aan het mooie lied van Robert Long ' Vanmorgen vloog ze nog'...
Op het voordek lees ik een boek over de Zeevaarders van vroeger, zomaar een bladzijde eruit: Kapitein Willem Schouten uit Hoorn vertrok met twee schepen op 14 juni 1615 van de Rede van Texel. Schouten was schipper op de 'Eendracht', zijn broer Jan op de 'Hoorn'. Na vier maanden zwoegen om naar het zuiden te varen voelde de bemanning van de 'Hoorn' een hevige schok en kleurde het water rondom het schip bloedrood. Toen het schip in Puerto Deseado werd gekrengd, bleek de slagtand van een narwal dwars door de uit drie lagen opgebouwde scheepshuid te zijn gedrongen. De bemanning wilde van de gelegenheid gebruik maken om het schip onder de waterlijn van aangroeiing en zeepokken te ontdoen, wat zoals gebruikelijk met vuur werd gedaan. Dit moet uit de hand gelopen zijn, want het schip vloog in brand en ging verloren. Hierna werd de reis met één schip vervolgd. Op 25 januari 1616 passeerde de 'Eendracht', na eerst door enorme scholen walvissen te zijn gevaren, een zeestraat tussen Tierra del Fuego en een meer oostelijk gelegen eiland bij Kaap Hoorn. Door zwaar stormweer geteisterd bokste de 'Eendracht' zich verder naar het westen. De bemanning droeg laarzen en leren kleding die met vet van zeeleeuwen en pinguïns was ingesmeerd. Alleen in de kombuis brandde een kachel waarbij de mannen zich een beetje konden warmen en hun natte kleren drogen.....En dan zitten wij heerlijk op ons bootje op weg naar Madeira bij een temperatuur van zo'n 25 graden met een zonnetje en een mooi briesje. Wat hebben wij het dan ongelooflijk veel makkelijker. Op de digitale zeekaart kunnen we exact zien waar we zitten, gribfiles geven de weerberichten, een ijskast vol met heerlijk eten, E-books om ons te verpozen, met één druk op de knop zien we hoeveel mijl we hebben afgelegd en hoeveel het nog is naar onze bestemming. Daar aangekomen vinden we geen inboorlingen waar we het gevecht mee aan hoeven te gaan maar inwoners met auto's, mobiele telefoons en zakcomputers. Rijk gevulde supermarkten om de voorraad weer aan te vullen met eten, wijn en consequentie. Ach ,toch is er nog avontuur genoeg, we hebben al zo vele mooie dingen beleefd die je aan de wal zeker niet zal ervaren, De vogels, de vissen, vooral de dolfijnen en dan die ene walvis. Zo komen er regelmatig stukjes bovenwater van de puzzel van het leven waar we momenteel over heen varen, het is toch onvoorstelbaar wat zich onder ons, in de ruim 4000 meter diepe Atlantische Oceaan afspeelt, we zijn niet alleen. Nog 231 mijl te gaan.
Beer

donderdag 13 oktober 2011

Reis naar Madeira

Woensdag 12 oktober 80ste dag
Nadat René en Coen de boodschappen hebben gedaan voor de komende vijf of zes dagen vertrekken we uit de haven van Albufeira. Het is bijna twaalf uur. We nemen uitgebreid afscheid van Hans en Suzan van de 'Sobat Kras'. Twee maanden hebben we samen opgezeild, gewandeld, geborreld, gegeten en gelachen. Het zijn fijne en gastvrije mensen en we hebben veel aan elkaar gehad. We hebben lief en leed gedeeld. Nu scheiden onze wegen. Eind oktober gaat hun prachtige schip in Lagos op de kant en gaan ze voor een half jaar terug naar Parkhaven. Familie omstandigheden hebben hun doen besluiten hun grote reis nog even uit te stellen. We kussen en huggen en dan gaan de trossen los. Nog lang zwaaien we naar elkaar maar dan draaien we de haven uit op weg naar open zee en is het contact verbroken. Het is heerlijk om het zeewindje weer te voelen na het verblijf in de warme haven. Onze koers is 240 graden en we zetten onze klok een uur terug naar UTC. De eerste uren worden bepaald door weinig wind en we motor-zeilen naar de shipping-lane. Tamelijk veel grote schepen kruisen onze weg, komende vanuit de straat van Gibraltar. We hoeven geen koers te wijzigen en schipperen er aardig tussendoor. De zon is al aardig gezakt en langzaam valt de schemering. Om 18.00 uur gaat hij onder en zien we nog vaag de kust van de Algarve. We delen de wachten in en met een licht Noorder windje glijden we zacht wiegend over de bescheiden golven. We zijn op weg naar Porto Santo, het eerste eiland vanuit Portugal van de Madeira Archipel. Het heldere licht van de vuurtoren van Cabo St Vicente gaat ritmisch langs de horizon. De nacht verloopt zonder problemen en afwisselend zijn we vier uur schipper van de Robeyne. De golven glinsteren in het zilveren licht van de maan. De oceaan is nu opvallend leeg en het is puur genieten om te zien hoe ons vertrouwde schip, de zeilen gebold, zijn weg door de nacht vervolgt. Om half zes kleurt het Oosten alweer rood en even later staat de zon in al zijn glorie aan de horizon. Het is prachtig zeilweer en met een rustig gangetje van vier knopen tellen we de mijlen af op onze weg naar Porto Santo. Tijdens de koffie krijgen we bezoek van een bont gevederd geel met bruin vogeltje. Zichtbaar vermoeid en waarschijnlijk dorstig zit het schepseltje van Moeder Natuur op de zeereling. We strooien kruimeltjes toast en vullen een bakje water. Dan neemt ze de benen en vliegt weg van zijn tijdelijke verblijfplaats zo ver van de vaste wal. Even later zit ze er weer met een grote insect in d'r bek. Dit herhaalt zich een paar keer. Heeft ze eindelijk haar thuis gevonden? We zullen zien, bij ons is ze welkom. Het is twaalf uur en dan hebben we er bijna honderd mijl opzitten, nog vierhonderd te gaan.
Beer

woensdag 12 oktober 2011

Reis mee

Dinsdag 11 oktober 79ste dag
Waar waren we gebleven, ja, dertig september de aankomst van onze meisjes. Het weerzien was heerlijk. Coen en Roelie waren in hun 30 jaar huwelijk nog nooit langer dan een week zonder elkaar geweest. De ploeg wordt opgesplitst. René en Marijke blijven op de Robeyne. Wij betrekken een lux appartement op een resort met de naam Clube Albufeira en huren direct een auto om de meest geliefde provincie van Portugal te verkennen: De Algarve. De brochure van het reisburo geeft de volgende informatie: Het landschap van de Algarve is zeer gevarieerd. De 170 km lange kust met bruisende badplaatsen en leuke vissersdorpjes bestaat uit twee delen. De Sotavento ten oosten van Faro, met lagunes, goudgele stranden en langgerekte eilandjes voor de kust. De Barlavento ten westen van Faro, met indrukwekkende rotsformaties, kleine baaitjes met verborgen zandstranden. Een van de mooiste natuurgebieden van heel Europa. In het nog vrijwel onaangetaste heuvelachtige binnenland met kurkeiken, fruit- en olijfbomen liggen de mooiste authentieke witte dorpjes. Het klimaat is het gehele jaar aangenaam en voelt subtropisch aan ondanks, of wellicht dankzij de nabijheid van de Atlantische oceaan. De zon schijnt veelvuldig met milde winters en niet al te warme zomers. De Atlantische oceaanwind koelt de zomer hitte. De dagtemperaturen schommelen tussen de 16 graden in januari en februari en 28 graden in juli en augustus. Voor jong en oud is de Algarve een ideale vakantiebestemming! Nou daar doen we het voor. Om beurten gebruiken we de auto om te zien of het allemaal waar is en nu we aan het eind van onze 'vakantie' zijn gekomen kunnen we het alleen maar bevestigen. Het is hier goed toeven!. De rust en het gebrek aan luxe in het binnenland is verkwikkend. Ondertussen varen René en Marijke met de Robeyne langs de kust op zoek naar idyllische ankerplaatsjes. Madee en ik varen nog twee dagen mee en Marijke heeft daarover op het blog al geschreven. 's Avonds wandelen we meestal naar het centrum van Albufeira. Ook wel het St. Tropez van de Algarve genoemd. Dankzij de steile kust heeft het centrum, waar de witte huizen en restaurants boven op elkaar gestapeld lijken te zijn, iets weg van een Romeins amfitheater. Door de wirwar van kronkelende steegjes, die nog smaller worden door de buiten terrassen van de eethuisjes en de uitgestalde koopwaar van de tientallen souvenierwinkeltjes sjouwen honderden vakantiegangers. Er komt gewoon geen einde aan de winkels, cafe's, bars en restaurants. En dan het publiek, de hoofdrolspelers in dit decor van vermaak. Albufeira lijkt te zijn ' bezet' door de Engelsen en de Nederlanders. Overvolle terrassen met vooral bierdrinkende vakantiegangers. Met tankwagens moet het aangevoerd worden om de dorst van de 300.000 toeristen, die hier in de zomermaanden zijn, te lessen. De Engelsen hebben een opvallend hoog Tatoo gehalte. Zag je vroeger een verdwaalde zeeman met een anker op z'n arm, dat hij in een dronken bui in Hamburg op de Reeperbaan had laten branden, nu lopen mannen en vrouwen met de meest bizarre tatoo's en piercings. In het voorbijgaan spotte ik: hondenkoppen, een baby in een fruitmand op de arm van een vrouw, een kreeft in de nek van een jongeman, een kompasroos op de rug van kerel en bij één persoon kreeg ik de indruk dat hij z'n schoonmoeder op z'n borst had laten zetten. Ook hebben de bars en eethuisjes grote flatscreens buiten hangen met live sportverslagen van voetbal, rugby, dart en kickbokswedstrijden, waar de voorbij sjokkende toeristen zich aan vergapen. Om mee te doen in de strijd om de hongerige badgasten in hun eethuisjes te krijgen word je op straat al aangesproken om vooral bij hun de avondmaaltijd te gebruiken. Als klap op de vuurpijl hebben ze ook bijna allemaal live muziek waar de B categorie zangers en zangeressen elkaar overschreeuwen met meezingers en meeklappers. We storten ons maar in het turbulente wereldje en laten het maar over ons heen gaan. Elke avond kiezen we voor een ander eettentje en genieten van de heerlijke gerechten en de omgeving, zoals die ene avond dat een vrouw aan een tafeltje naast ons Kip Piri Piri bestelt, het lokale gerecht, " but no Piri Piri" roept ze tegen de ober en maakt een gebaar alsof ze in brand staat. Later wil ze met de jonge aantrekkelijke ober op de foto, het is hun laatste vakantiedag en manlief legt het allemaal vast met z'n cameraatje voor de herinneringen thuis. Een enthousiaste accordeonspeler gaat pontificaal voor het terras staan spelen, dwars door alle andere muziek heen, na afloop van zijn optreden klapt hij het hardst voor zichzelf, de etende gasten schrikken zich een hoedje. Zijn hoedje is gauw gevuld, de opdringerige gast komt bij elk tafeltje en hij duldt geen 'no show' Het swingt en bruist in de straatjes van dit bij uitstek vakantieparadijs en het nachtleven gaat door tot in de kleine uurtjes. De volgende dag dartelen de meeste feestvierders weer op het Praia dos Pescadores, het strand van Albufeira, Na hun full Englisch breakfast met bacon, sausages, eggs , tomato en baked beans zitten en liggen ze even zo vrolijk weer in de brandende Portugese zon te bakken. Dikke vette getatoeëerde glimmende vleesklompen met pullen bier voor zich die ze nauwelijks nog kunnen tillen, maar ook mooie jonge meiden met door de sportschool afgetrainde lijven. Tussendoor proberen hun land ontvluchte Afrikanen een zonnebril, horloge of maf hoedje te slijten. De dagen vliegen voorbij en geen enkele wolk heeft de azuurblauwe hemel durven te verduisteren. We hebben genoten van de vriendelijkheid van de bewoners, de schoonheid van het achterland en de ruige westkust. We hebben op markten gelopen, in zee gezwommen, aan het zwembad gechilled, kerkjes bezocht en monumenten bezichtigd. De dag van het vertrek komt eraan. Morgen vliegen onze meiden in twee en een halfuur terug, waar wij twee maanden over hebben gedaan. We gaan ons klaar maken voor de oversteek naar Madeira, een afstand van ruim 500 mijl.
Beer

dinsdag 11 oktober 2011

vakantie in Algarve met de meisjes

De meisjes zijn er.
vrijdag 30 september.
Omdat de auteur van dit blog even vakantie viert met zijn prinsesje neem ik de pen tijdelijk over.
Als wij, de meisjes, aankomen bij ons appartement is er even paniek: er ontbreekt een man. Snel wordt duidelijk waarom: het gehuurde autootje is te klein voor zes mensen.
Het appartement wordt gekeurd en goed bevonden; Coen en Beer verdelen de kamers en we vertrekken naar de Robeyne in de haven.
We borrelen op ons weerzien, ikke kan eindelijk mijn Reneetje knuffelen en te samen lopen we naar het centrum om een heerlijke maaltijd te verorberen. We maken plannen voor de volgende dag.
Zaterdag 1 oktober.
Even acclimatiseren en wennen aan het mooie weer.
We doen met z'n allen wat boodschappen bij de Lidl, lunchen samen, gaan zwemmen bij het appartement, lullen en drinken wat en zo komen we de dag door. René en ik eten aan boord en maken alles klaar voor morgen.
Zondag 2 oktober. Beer Madee, René en ik vertrekken met de Robeyne naar Alvor. Een mooi tochtje op de fok. Alvor ligt aan een riviertje dat bij laag water een soort van zandbanken heeft. Dus goed opletten en de vaargeul aanhouden. Toch raken we even de grond maar dat wordt snel gecorrigeerd. Bij Alvor worden we al opgewacht door onze persoonlijke pilot: de krasjes in hun dingy die ons een mooi anker plekje wijzen: vlak bij hen in de buurt natuurlijk. Tijdens het neerlaten van het anker worden we vriendelijk toegeroepen door een Engelse dame van een catamaran: “ I don't like your position”. Maar bij nadere inspectie en na overleg met René kan ze toch tevreden zijn.
Een gezellig weerzien met borrel en alles wat daarbij hoort.
's Avonds een visje eten op de kant en dan gaat voor mij het licht uit terwijl de anderen nog door het dorp lopen.
Beer en Madee logeren aan boord van de Sobat Kras in een privé kooi en René en ik hebben de Robeyne voor ons.
Maandag 3 oktober
Via kanaal 77 bericht van de SB (Sobat Kras) : “zullen we vanavond bij ons aan boord met z'n achten eten?” Coen en Roelie komen nl. Beer en Madee ophalen. Zij gaan de Algarve verder per auto ontdekken. We inventariseren onze voorraden en concluderen dat we genoeg hebben voor een feestelijk maal.
Nog steeds schijnt de zon volop, net als de vorige dagen en 's middags maken we een wandeling waarbij op 't strand gepauzeerd wordt voor een duik in het zilte nat; althans voor Beer en Susan. De rest houdt het bij pootje baden. Happy Hour bij de jacht club en dan komen Coen en Roelie. De avond verloopt heel gezellig en op de kade genieten we nog na van een Ierse avond. Concert voor ruim 500 Ieren.
Dinsdag 4 oktober
Naar Portimao. De Robeyne vertrekt tegen 11 uur en houdt netjes de vaargeul aan om uit te varen. Bij de bocht gaat het toch nog mis: we zitten vast en hard achteruit varen helpt niet meer. Snel de zeilen omhoog en uiteindelijk trekt de fok ons er toch nog af. Gelukkig want het was afgaand tij en dan zaten we daar nog een paar uur.
Een mooi zeil tochtje met mooie wind. Op het fokje naar een leuke anker plek nabij Portimao, waar we de Zsa Zsa ook zien liggen. De bemanning van de Robeyne had al eerder kennis gemaakt met hen bij de Spaanse ria's- nu leer ik hen ook kennen. Sjors en Melanie en twee prachtige meiden van 7 en 9 jaar: Puck en Lotte. Ze komen aan boord voor een borrel en cola voor de meiden. Morgenvroeg vertrekken zij naar Marokko, Rabat.
Woensdag 5 oktober: We luieren wat en kijken wat rond en genieten van het mooie weer. We bezoeken met Hans en Suzan het dorpje Ferra Gudo. Om 12 uur zeilen we weer verder.
Een knobbelige tocht met wind tegen. Aan het eind weinig wind maar wel de golven dus een beetje katterig komen we weer in Albufeira. Maar goed daar kunnen we weer eens onder een echte douche.

Donderdag en vrijdag 6 en 7 oktober
Warme dagen. René en Hans klussen wat en we houden lange siësta's. Een wandelingetje, een borreltje: kortom vakantie vieren. Beer en Madee kwamen nog even met de auto zodat we nog wat boo(t)schappen bij de Lidl konden doen.
Zaterdag 8 oktober ( ja, ja, de vakantie schiet voorbij)
Rene is niet meer te houden. Hij wil weer zeilen. Hij maakt de lijnen al los als ik roep:”moet de stekker er niet eerst uit????”
Buiten lijkt het aangenaam maar al gauw blijkt de zee knobbelig en de wind staat tegen. Kruisend met de motor meer dan geregeld bij om de vaart er een beetje in te houden bij de tegen staande golven die de boot soms bijna stilleggen. Hotsend en klotsend varen we naar de baai bij Faro: Ilha de Culatra.
Bij de haven ingang zien we veel stroom verkaveling: we lopen binnen net als de delta op z'n sterkst leeg stroomt. Hebben wij weer: 3,5 knoop tegenstroom!!! Maar goed, we zijn er en varen vrolijk verder de delta in op zoek naar een mooie anker plek. In 6 meter diep gooien we het anker er in en de ketting er achter aan. We liggen net vast als de sms van Layco (onze hond) zich piepend aankondigt. Met zijn dikke pootjes seint hij ons daaglijks hoe het hem op zijn logeer adres vergaat. Hij heeft het prima naar de zin dus dat wordt straks nog wat als hij weer met mij terug naar huis moet. Na een door René bereide maaltijd genieten we in de kuip van Bob Dylan en een mooie zonsondergang. Tot 21 uur kunnen we zo nu en dan ook over komende vliegtuigen spotten.
's Nachts, als het hoog water is, gooit René er nog 5 m ketting bij.
Zondag 9 oktober. Achter een bacootje (Baccardi cola) overdenken we de zondag. Beginnen met een goed ontbijt is het halve werk.. we keutelen wat tot de lunch (warm dit keer) en dan worden we actief: dingy opblazen en te water laten, motortje erop en naar Culatra. Blijkt en nationaal park te zijn met huisjes die Caraïbisch aandoen, een verlaten strand en ooievaars (nee geen kindjes, die zijn al weggebracht). We wandelen er twee uur rond en zoals je bij René kunt verwachten, niet over gebaande wegen maar door een “zona militar”, door zout water prieltjes. Maar we komen er en de dingy ligt er zowaar nog! We sluiten af met een duik rond de boot en een douche op dek. Nu met een knabbel, babbel en muziek wachten we op, alweer, een mooie zonsondergang.
Maandag 10 oktober
“Wat een zware bevalling” roept René als hij eindelijk het anker heeft ingedraaid. Dat is zwaar werk, zeker bij veel wind en/of stroom. Maar het is geklaard en we hebben ook goed gerekend: deze keer hebben we stroom mee of licht tegen bij het uitvaren. Ons zullen ze geen twee keer hebben!Buiten staat een flinke zee maar we varen met de wind mee dus stoppen zullen ze ons niet, die golven. We rollen wel af en toe maar met een mooi zonnetje ziet alles er toch even anders uit.
De golven staan bij aankomst in Albufeira precies de havenmond in en de daar aan boeitjes liggende vissersbootjes zijn hevig aan het dansen. Eenmaal in de haven zelf is daar niets meer van te merken en meren we af naast de Sobat Kras.
's Avonds happy hour met iedereen op de Robeyne, daarna lekker gegeten bij de mexicaan en tot slot nog gezellig op de markt koffie gedronken en een mime speler gade geslagen die iedereen wist te vermaken. Zo sluiten we deze avond in stijl af.
Morgen staat in het teken van opruimen en een heerlijke maaltijd in het appartement met z'n 8ten. Daarna gaan de mannen weer bootwaarts en de dames vliegen de volgende dag weer terug naar huis.
Beer ik hoop dat ik je goed heb waargenomen en ik wens de mannen een mooie voortzetting van hun tocht en een behouden vaart.
Liefs
Marijke