woensdag 28 september 2011

Sagres en verder

Vrijdag 23 september 61e dag.
De harde wind van de nacht heeft er nog zin in. Robeyne rukt aan zijn anker maar dat geeft geen krimp. We willen wel graag de wal op en pompen ons bootje hard. Er staan venijnige golfjes in de baai en we komen dan ook niet droog aan de kant! Naar de kaap (st Vicente) is te ver lopen, wel is er een interessant fort op de kaap bij Sagres. Hier stichtte Prins Hendrik, de zoon van de koning, later bekend als Hendrik de Navigator ofwel Hendrik de Zeevaarder, zijn Escola Nautica, het eerste nautische instituut van de wereld. Kort na de oprichting melden cartografen en zeevaartkundigen zich. Dit deed hij in het jaar 1420. Hij koos hiervoor het fort Fortaleza, een in de dertiende eeuw gebouwd fort op de kale rots kaap bij Sagres. Bij navraag toen we er eindelijk waren, bleek er niet zoiets als een schoolgebouw te bestaan. Volgens een charmante juffrouw in het winkeltje dat bij het fort staat, moesten we e.e.a meer symbolisch zien. De school zou in Lagos zijn geweest, kortom , niet helemaal duidelijk. Wel lezen we dat, kort na de start van de Escola Nautica, het eiland Madeira werd ontdekt, twaalf jaar later de Azoren en weer twaalf jaar later de Kaapverdische eilanden. De wandeling rond het Fort is zeer de moeite waard. Het pad loopt vlak langs de hoge rand van de ver in zee uitstekende kaap. Peilloze dieptes als je over de rand durft te kijken. Ver beneden slaan de golven van de Noord Atlantische Oceaan te pletter tegen de rotsen. Bij een klein stukje strand liggen een paar golfsurfers in zee te wachten op die ene, geweldige, uitzonderlijke, eenmaal in het uur supergolf om hun dag helemaal goed te maken. De terugtocht met ons rubberbootje is een stuk vriendelijker. De wind moe, is eindelijk gaan liggen

Zaterdag 24 september 62e dag.
De afstanden tussen de havens aan de Algarve zijn klein. Een half dagje varen en je kunt weer een haven of ankerplaats aanlopen. Wij hebben geen haast en willen wat zien, derhalve staat Lagos als eerstvolgende op ons programma. Het ligt aan de rivier de Bensafrim en had ooit de enige slavenmarkt van Portugal. Verder in de Pilot omschreven als een druk, bedrijvig, toeristisch vissersplaatsje. Het wordt een erg rustig tochtje,' hoe zachtkens glijdt ons bootje al over het spiegelend meer' ! Lagos is leuk, levendig, lawaaierig en voor ons lekker douchen. Verder een aanslag op het budget! Een ligplaats voor ons relatief kleine schip, 45 euro voor een nacht. Er liggen hier schepen ( catamarans ) van 17 meter lang en 8 meter breed, wat moeten die wel niet kwijt zijn. We wandelen een beetje door de gezellige binnenstad waar het stikt van de restaurantjes en toeristen. Happy Hour hebben ze er wel goed geregeld, in de cafe's rond de haven betaal je één euro voor een biertje tussen 5 en 7 uur en we zijn niet eens dronken geworden!

Zondag 25 september 63e dag.
We doen vroeg de boodschappen en sjouwen ons te pl...met de zware tassen, ja bier en wijn zijn nou eenmaal zwaarder dan thee en petit fourtjes! Coen heeft het schip inmiddels klaar gemaakt voor het volgende traject. Er is water getankt en opgeruimd. We varen door de brug en horen over de marifoon Lagos port control waarschuwen voor giftig zeewier op het traject Lagos-Sagres. Opvarenden wordt afgeraden te duiken of te zwemmen. Wij gaan naar het Oosten dus voor ons geen probleem. Vakantiegangers wandelen langs de promenade van het kanaal dat de haven met de open zee verbind. Het is echt een zondag gevoel. Mensen wandelend met een hondje, moeders en vaders met kinderwagens en kinderen. Een kerkklok die de gelovigen roept, een tiener op een brommertje, een verliefd stelletje op een bank onder de palmen.Het zijn de beelden en geluiden die bij de vaste wal horen. De beelden vervagen en de geluiden worden overgenomen door het kabbelen van het water langs de scheepsromp. Ons volgende doel: Portimao. Buiten staat er nauwelijks wind, toch hijsen we de zeilen en met een zondagochtendgangetje ( slowboat to China) overbruggen we de korte afstand in enkele uren. De kust is prachtig, hoge rotsen met kleine stranden, daarboven fel witte huizen en luxe appartementen. Bij de haveningang van Portimao is het een drukte van belang. Alle Portugezen die een bootje hebben en het weekend vrij zijn lijken wel op het water te zitten. Er komt ook nog een fors passagiersschip de haven uit varen met een loodsbootje ver daarvoor die iedereen maant uit de weg te gaan. Stuntvliegers met parachute voorzien van een knallend motortje draaien spectaculair hun rondjes boven het vertrekkende schip, als groet aan de honderden passagiers die hen vanaf de zonnedekken nawuiven. Op het water speedboten en jetski's tussen statige zeilboten, veel met Engelse vlag en veel te witte opvarenden. In de ruime baai, omringd met zandstranden gaan we voor anker tussen flink wat zeilboten waaronder een handvol Nederlanders. Als we eenmaal liggen, wat een prachtige omgeving!, komt een bijbootje met een Hollands echtpaar zich even voorstellen. Lilly en Nick. Ze hebben een mooie Colin Archer, die was ons al opgevallen. Ze kennen dit gebied goed en voorzien ons van bruikbare tips over de meest idyllische ankerplekjes. Er ligt ook een gepensioneerd marine scheepje met de Nederlandse driekleur in top. Suzan heeft ons er over verteld, ze is ooit aan boord geweest en kent de opvarenden. Ze zijn in een ruk hier naar toe gevaren en liggen nu lekker in deze prachtige baai in een verrukkelijk klimaat.

Maandag 26 september 64e dag.
We roeien eerst maar eens even naar het strand en verkennen het dorpje dat er achter ligt. Het blijkt een leuk authentiek plaatsje, wel veel Nederlanders en Engelsen op de terrasjes. We scharrelen wat door de straatjes met de gebruikelijke toeristen winkeltjes met prullaria en eindigen op een sfeervol pleintje waar we van de koffie en de langs sjokkende mensen genieten. Terug aan boord zien we dat de Robeyne redelijk dicht bij een Engels zeiljacht is gekomen. De eigenaar kijkt wat zorgerlijk , hij bewaakt zijn varend bezit en zijn privacy en dat is begrijpelijk. Doordat de stroom en de wind tegengesteld staan liggen de boten allemaal met hun neus naar verschillende kanten. De invloed van de stroom op het onderwaterschip en die van de wind op alles daarboven geven die verschillen omdat de schepen nou eenmaal niet allemaal hetzelfde zijn. Goed en wel, we kijken het nog even aan en gaan eerst nog met 't bootje naar Portimao. Het is een flink stuk en de 2.5 pk buitenboord motor moet flink werken om ons tegen de stroom de rivier op te brengen. Een landingsplaats is snel gevonden en dan is Portimao aan de beurt om te verkennen. Misschien hebben we iets gemist maar wij vinden het niet bijster inspirerend en nemen na een niet lekker biertje ( volgens Coen moeten de leidingen nodig gespoeld worden ) afscheid van het stadsleven. Terug in de baai staat de Engelse buurman ons al op te wachten "Now you are coming very close gentleman" zegt hij op zo'n typisch Engelse manier met een toontje van enige understatement. Hij heeft gelijk en we nemen direct actie om een nieuwe ankerplek te zoeken. Maar ook bij ons zit het wel eens tegen. Drie maal laten we het anker vallen om vervolgens de dertig meter gevierde ketting weer in te draaien. Het wilde niet 'pakken' in de moddergrond en kwamen dan weer te dicht bij andere schepen. Dan eindelijk bij de vierde poging gaat het goed en kunnen we met een gerust hart maar enige pijn in de armen gaan slapen.

Dinsdag 27 september 65e dag.
René heeft in mooi plekje in gedachten voor onze volgende bestemming. Bij Faro is een lagoon in een natuurgebied waar we kunnen ankeren. De landende vliegtuigen gaan er héééél laag over en dat willen we wel meemaken. We vertrekken om negen uur vanaf onze ankerplek terwijl er net een groot passagiersschip binnen komt varen. De loodsboot waarschuwt sommige zeilboten dat ze te veel in de vaarroute liggen en moeten verkassen. Buiten staat er wind en worden alle vierkante meters die we aan zeil hebben gebruikt. De kust, waar we in het begin redelijk dicht langs varen heeft vele spelonken en enorme gaten waar toeristen met kleine bootjes in verdwijnen. Bovenop,
even zo leuk zijn huisjes gebouwd! Het is een van de attracties langs deze kust, samen met dolphin en whale watching. Alleen is het nu niet de goede tijd. In de Reeds staat een notitie bij de straat van Gibraltar: see whale warning. To minimise the risk of collision with whales ( April-August) speed should be less than 13 kn and a good lookout kept. We zijn nog niet bij 'de straat' , het is september en we halen nooit de 13 knopen. Gedurende de dag ruimt de wind een beetje en wordt het steeds lastiger om Faro te bereiken. We moeten kruisen tegen de Zuid Oosten wind en kruisen is niet de sterkste kant van ons schip. We wijzigen onze bestemming en gaan voor Albufeira, de haven waar we,na nog verder Oostwaarts te gaan, uiteindelijk zouden terug keren omdat onze lieftallige echtgenoten daar komen en we een 'vakantie' stop houden. Vlak voor de pier draaien we de genua binnen en het grootzeil volgt. Coen roept de havenmeester op en krijgt een vrouwenstem als antwoord. F 22 is de ligplaats die ze ons toewijst en twee marineros in een bootje gaan ons voor en helpen bij het aanleggen. Gastvrij en hulpvaardig is ons gevoel als we tussen de ons omringende in suikerzoete kleuren geschilderde appartementen liggen.
Beer.

vrijdag 23 september 2011

sagres

Donderdag 22 september 60ste dag.
Eerst maar even een duik nemen, brrrrr koud, je wordt er wel wakker van. Tijdens het ontbijt wordt er een grote tanker omzichtig binnen gesleept .De grote letters op z'n zijkant verraden zijn lading.
LNG ( Liquid Natural Gas) De vier sleepboten brengen hem veilig aan de loswal. René en Coen houden zich bezig met vissen, sudoku en lezen. Het vertrek is in onderling overleg en in wijs beraad op drie uur in de middag gepland. De afstand naar onze volgende bestemming Sagres is bijna 70 mijl en met de heersende zwakke wind niet in één dag te realiseren.. We willen daar wel liever bij daglicht aankomen. Dus uitgaande van zo'n 17 uur varen met een knoopje of vier zijn we dan in de ochtend op de nieuwe ankerplaats. Mocht de wind in de nacht terugvallen, wat vaak het geval is, hebben we nog een mooie uitloop. Terwijl Coen en ik na de lunch binnen de afwas doen heeft René het anker al binnengedraaid, het zeil gehesen en varen we de gastvrije baai uit. De motor is er niet aan te pas gekomen. Het 'ware' zeilen! Ook hebben we besproken de dag ook in wachten in te delen. De vrije uren zijn dan echt vrij en kun je rustig boven je boek in de zon in slaap dommelen zonder je schuldig te voelen. Het is warm, zonnig weer en met een bescheiden gangetje varen we pal zuid 180 graden op het kompas. De schittering door de felle zon op de lange deining vereist een goede zonnebril en de blote bast enige zonnebrandcrême. Er zijn op dit stuk geen schuilhavens, pas na Kaap St. Vicente. Net voor ons avondeten ziet Coen aan bakboord een kleine walvis, zeer waarschijnlijk een Griend, we schatten hem/haar op een lengte van zes of zeven meter. Helaas te ver voor foto's of film, daarbij geeft het walvisje zich maar weinig bloot. Nog eenmaal zien we de rugvin boven water komen, daarna is er alleen nog maar de lange deining van de zee en de krijs van een meeuw hoog in de blauwe lucht. Coen heeft de wacht tot middernacht en als ik rond die tijd van hem overneem, heeft hij de grote genua al ingedraaid en de kleine fok uitgerold. We gingen veel te hard! De wind is in de loop van de nacht flink aangetrokken in plaats van afgezwakt en met deze snelheid komen we alsnog in het donker bij Sagres. Het nadeel is nu wel dat we ellendig rollen, omdat er bij deze zeegang te weinig druk in het zeil is om het schip wat rustiger te laten liggen. René hoeft voor z'n wacht niet gewekt te worden, hij is z'n kooi al uitgerold en nestelt zich voor een laatste uurtje op de kajuitbank. Aan hem de eer Cabo st. Vicente te ronden. De wind is dan aangetrokken tot een dikke zeven beaufort. Het stampen en rollen nog heftiger. Het is even na vijven als hij, terwijl wij proberen te slapen, de Robeyne langs het meest Zuid Westelijke puntje van Europa stuurt. Al sinds mensenheugenis een bijzondere kaap voor zeevaarders. Uit eerbied voor de heilige Vicente wordt hier vaak de vlag gestreken. Het schijnt geluk te brengen. Gezien het tijdstip en de omstandigheden laten hij het ritueel maar voor wat het is, maar we hopen stiekum toch wel op geluk. Als we de hoek om zijn is het door de bescherming van de hoge rotsen comfortabeler varen. Het is nu nog een uur varen en nog steeds donker. Het dunne cirkeltje maan heeft nauwelijks invloed. Als we omstreeks half zeven de baai invaren kunnen we net bij het prille ochtendlicht de contouren van wat voor anker liggende vissersboten ontwaren. Vijfentwintig kilo Rocna anker plonst in het zilte nat, nog even vol achteruit draaien en we liggen als een huis. De ankerbal wordt gehesen, de lichten kunnen uit en we pakken nog een paar uurtjes slaap.
Beer

woensdag 21 september 2011

Op weg naar de Algarve

Woensdag 21 september 59e dag.
We worden er wakker van, meeuwen, overal om ons heen duizenden meeuwen. In het water, op het strand, op de golfbreker, op de vissersboten en op een groot wit gebouw aan bakboord van ons. Later op de dag zullen we ontdekken waarom. Sines is een goed bewaard visserplaatsje. De huizen staan hoog op de rotsen boven een mooie ronde baai met strand. De container terminal en de olie opslag plaatsen zijn ver weg verwijderd en storen de rust van dit plaatsje niet. Het is de geboorte plaats van Vasco da Gama, de Ridder des Konings' de grote ontdekkingsreiziger die als eerste Afrika rondde en later doorzeilde naar India. Als we ons bijbootje hebben opgepompt en een droge landing op het strand hebben gemaakt, lopen we direct naar zijn standbeeld aan de voet van een groot kasteel. De grote held staat nog in de schaduw en voor een mooie foto moeten we dus later op de dag maar terugkomen. Het kasteel, vast uit de tijd van de Moren huisvest een museum, dat zoals vele andere gratis toegang biedt. De historie van Sines in zwart/wit foto's en stomme filmpjes. Een ervan is een reportage van de aankomst per stoomtrein van enkele hoogwaardigheidsbekleders, die een bezoek aan Sines brengen in het jaar 1913. Komisch om te zien. We lopen verder en belanden in de ultra moderne bibliotheek waar we kunnen internetten en zowaar de telegraaf kunnen lezen. Bezuinigingen alom in ons Vaderland lezen we, hooligans die voetbalwedstrijden verstoren, ach, waarom willen we dat eigenlijk allemaal weten. René heeft leuke reacties op ons blog, daar worden we blij van. En dan naar de vissershaven, waar de boten bezig zijn hun lading verse vis te lossen bij de afslag. Nu is duidelijk waarom de duizenden meeuwen hier rond vliegen. Ze zitten te wachten op het dak van de visafslag en als de vorkheftrucks met bakken vol vis naar de gereed staande vrachtwagens rijden, komen ze in actie. Wat een brutale rakkers, ze rijden met de heftruck mee en snaaien de vissen gewoon uit de bakken . Het is een gekrijs en geschreeuw van jewelste. De Portugese werklui gaan onverstoorbaar door, als er maar genoeg overblijft voor de klant en dat doet het. Ach, op zee wijzen de meeuwen de vissers vaak waar de vis zit dus mogen ze van hen nu wel. Geven en nemen zullen we maar zeggen. Aan de kade zitten getaande ouwe visser netten te repareren onder een primitief parasolletje. Een ervan, het prototype van een ruwe zeebonk met harige armen en tatoes tot onder zijn oksel, draagt een goor bevlekt tshirt dat ooit roze van kleur moet zijn geweest. De tekst is nog net leesbaar Chanel Paris staat erop. Het is tijd om weer terug naar de boot te gaan, even zwemmen en dan is het alweer tijd voor happy hour.

Cascais-Sines

Zaterdag 17 september 55e dag.
Onze tweede dag met de hop-on hop-off bus gaan we via de buitenwijken van Lissabon naar het 'Ocenario' , het immense zeeaquarium op het terrein van de ex Expo 1998. In de folder lezen we: 'een stukje oceaan met zeven miljoen liter zout zeewater, achtduizend dieren van vijfhonderd verschillende soorten. Nu zijn er wel meer plaatsen in Europa waar je het onderwater leven kunt bewonderen. Deze is wel de grootste en zeker één van de mooiste. Ouders met kinderen, sommigen in de buggy, vergapen zich achter een mega glazen wand, terwijl de haaien, barracuda's, zeeslangen, roggen, octopussen en andere gevaarlijke en minder gevaarlijke zeebewoners op een neuslengte aan hen voorbij zwemmen. Alle oceanen zijn er vertegenwoordigd. Het ene moment sta je te puffen in het klimaat van de Indische oceaan, dan weer te rillen bij de pinguins van de Antartica met heus ijs op de rotsen en in het water, omdat deze dieren zich daarbij het lekkerst voelen. In een aquarium, waar bijna iedereen aan voorbij loopt, omdat ze denken dat er niks inzit behalve wat zeewier, ontdekken we een schepsel van Moeder natuur wat alleen maar verbazing en verwondering opwekt.
Zoals een wandelende tak nauwelijks is te onderscheiden van zijn omgeving, heeft dit 'zwemmend zeewier' iets anders kunnen we niet bedenken zich volledig aan zijn habitat aangepast. Je moet heel goed kijken en dan heeft het zeewier ineens oogjes en beginnen de 'bladeren' te bewegen en blijken het vinnen te zijn. Echt waanzinnig! Ook zien we grappige zeeotters, hun vacht heeft honderdvijf en vijftigduizend haartjes per vierkante centimeter! Op hun rug zwemmend spelen ze met steentjes die ze aan elkaar overgeven. Je kunt er naar blijven kijken. Het zijn maar een paar voorbeelden. In Oceania zwemmen, liggen, vliegen en kruipen de meest exotische exemplaren en we 'verzwikken' onze ogen op wat de natuur hier prijsgeeft. Bij de schutkleuren van tong, heilbot en schol in een bassin met zanderige bodem kan Coen het toch niet nalaten te zeggen, ja wel mooi, maar we moeten niet sentimenteel gaan doen, vanavond worden ze in alle restaurants geserveerd en peuzelen we het nu zo bewonderde onderwaterleven lekker op! Natuurlijk heeft hij gelijk, de tentoonstelling is meer bedoeld om de mensen bewust te maken van het leven in de oceanen en overbevissing en vervuiling tegen te gaan, zodat de generaties na ons op dezelfde wijze kunnen profiteren hetgeen de zeeën bieden. We 'hoppen' terug naar het oude stadsdeel Bairro Alto in de hoop een Fado tentje te vinden om daar ons dagelijkse drankje te drinken. We zijn natuurlijk veel te vroeg, de meeste Fado restaurants openen pas om tien uur hun deuren. Wel vinden we een klein eethuisje waar we van de Portugese keuken proeven. Voldaan,ook van deze derde dag Lissabon, lopen we terug naar de jachthaven.

Zondag 18 september 56e dag.
De weersberichten zijn niet aanlokkelijk om de zee op te gaan. Harde wind uit het Noorden, zes en zeven beaufort met een 'swell' van vier meter. We are not in a hurry en er is nog genoeg te doen aan boord. René schildert het ankerspil, ondergetekende gaat voor de boodschappen ( supermercado gewoon tot negen uur 's avonds open) en Coen maakt schoon, wast af, ruimt op. Blog wordt verstuurd, mail beantwoord, bonnetjes ingeschreven voor de financiën, social talking met buren, Tshirts wassen. De Robeyne lijkt wel een drijvende droogmolen! De dag vliegt voorbij. René vindt in een afvalcontainer nog een mooi stuk touw. Een lengte en dikte die we nou net precies nog nodig hadden om het anker beter te zekeren. Er moeten nog ogen en haken aan gesplits worden en dan onderscheiden deze ervaren zeebonken zich van ondergetekende 'zoetwatermatroos' Professioneel worden de uiteinden gesplitst en voorzien van 'haken en ogen'.We hadden het plan na het eten nog naar Lissabon te lopen en te proeven van het 'nachtleven'. Als het zover is zitten we met een lekker rood wijntje te kletsen en hebben helemaal geen zin meer de wal op te gaan. Het is goed zo. We hebben ons best gedaan deze mooie stad te beleven en hebben het gevoel dat we daarin zijn geslaagd.

Maandag 19 september 57e dag.
Het is tien uur als we de Doca de Alcantara jachthaven verlaten. Na de brug draaien we de Taag op en hijsen gelijk de zeilen. Met de stroom en een beetje wind glijden we langs de oever en onder de imposante brug 'Ponte da 25 Abril' door. De contouren van Lissabon vervagen in het vroege ochtendlicht. De herinneringen aan de zo tot de verbeelding sprekende stad zullen hopelijk lang blijven. Een groot containerschip, geassisteerd door twee sleepboten manouvreert voorzichtig naar de kade . D'r zijn nog wel wat ondieptes waar we op moeten letten, verder is het een erg relaxed tochtje naar Cascais waar we tegen lunchtijd het anker laten zakken. Voor de tweede keer deze reis liggen we in deze prachtige en beschutte baai. Het bijbootje is zo opgepomt en tien minuten roeien later lopen we gedrieën door de pittoreske winkelstraatjes van dit bij mooie vakantie plaatsje. Cascais en het zuster plaatsje Estoril zijn zeer geliefd bij Nederlandse vakantiegangers , we horen dan ook veel van onze eigen taal in de Jumbo waar we voor enkele dagen voorraad inkopen.
Ook deze avond, zonder televisie, al zeven en vijftig dagen! Brengen we door met lekker kletsen en bijbehorende alcoholische versnaperingen.

Dinsdag 20 september 58e dag.
De meeuwen krijsen, vissersbootjes verlaten de haven in de hoop op een goede vangst. De zon weerkaatst z'n gouden licht in de ramen van Hotel Baira. Palmbomen, gelijk versiersels op een lux ijsdessert, boven de zacht roze en geel geverfde huizen. Een handvol zeilboten van diverse nationaliteiten liggen op zwemafstand van ons zacht schommelende bootje. Een kerkklok, het binnenrijden van een trein, hoog in de lucht een vliegtuig op weg naar ? Het is half acht en ik zit in de kuip en geniet van het wakker worden van Cascais. Vandaag gaan we verder zuidwaarts langs de Portugese kust.
Sines is een mogelijkheid om aan te lopen , de afstand is 65 mijl. Bij weinig wind een nachtje door anders wellicht laat in de avond. We draaien het anker binnen en verlaten deze rustieke baai.
Als we langs een voor anker liggend Canadees jachtje varen, roept de op afstand zeer aantrekkelijke zeilster: "What a beautifull boat"! René's dag kan niet meer stuk. In de monding van de Taag liggen meerdere zeeschepen voor anker. Een ervan is van de Nederlandse rederij Wagenborg uit Delftzijl.
'For orders' lezen we bij de AIS gegevens en hij lag er al toen we een week geleden de Taag opvoeren. Daar moet dus geld bij! Het is prachtig zeilweer, een mooie bries uit het oosten, een aflandige wind dus weinig golven. Met zes en een halve knoop doorklieft de Robeyne het azuur blauwe water van de Atlantische Oceaan. Helaas is het plezier van korte duur, tijdens de koffie 'kakt' de wind ( zeilers jargon ) finaal in. De snelheid loopt terug tot een schamele twee knoopjes. Het kielzog murmelt dromerig en het wordt warm. Het duurt uren voor we Cabo Espithel voorbij zijn. Op de donkere klifrand van de, uit zee opreizende kaap, staat een witte vuurtoren glanzend in het zonlicht. Op enige afstand staat een kerkje aan de de rand van de afgrond. Door erosie dreigt het in de toekomst van de rots in zee te storten. Maar volgens René laat God dat niet gebeuren! We genieten intens van deze prachtige dag. Het is nog 11 mijl naar Sines, als om halfacht de zon in het westen ondergaat. De lucht kleurt geel, violet en paars. De duizenden lichtjes van het aangrenzende olie en industriecomplex komen al in zicht. Er liggen een zevental grote tankers voor anker in afwachting hun lading ruwe olie, meestal uit de Perzische golf, te kunnen lossen. Heerlijke muziek van Neil Diamond, een soundtrack van de film 'Jonathan Livingstone seagull' vult ons donkere kuipje terwijl de Robeyne, op de laatste wind, dichter en dichter bij de havenmond komt. De uitgerolde vislijnen worden binnengehaald. Ook deze dag waren de vissen verstandiger dan wij. Dan is het in het donker nog even goed uitkijken, twee grote sleepboten voeren de lichten alsof ze een sleep trekken, hetgeen bij nader inzien niet het geval is, het schept wel verwarring in de voor ons onbekende haven. Slordig van die gasten! Verwacht je niet van beroeps zeelui. De ankerplaats is snel gevonden en tussen een aantal andere zeilboten laat Coen het anker in acht meter diep water zakken en viert dertig meter ketting uit. De zeilen worden opgebonden, het driekleuren licht verruild voor het ankerlicht en dan is er......nee geen koffie, maar een lekker biertje op de veilige aankomst.
Beer.

zaterdag 17 september 2011

Lissabon

Woensdag 14 september 52e dag.
De wind is gaan liggen en we zijn 180 graden gedraaid. We liggen nu met ons neusje richting strand. Als we aan ons ontbijt ( muesli met Griekse yoghurt) zitten komt er een bijbootje langszij. De bruin gebrande zeiler stelt zich voor als sjors en zijn blonde dochtertje heet Lotte. Ze liggen een paar scheepslengtes voor ons en hun boot heet Sza Sza. We hebben ze al in vorige havens en op meerdere ankerplaatsen gezien en vrolijk naar elkaar gezwaaid. Tijd dus om eens kennis te maken. Hij vertelt dat ze hun beide kinderen Lotte en Puk van school hebben gehaald en hen nu zelf les geven via het schoolprogramma van de wereldschool. Met z'n vrouw Melany en kids willen ze een jaar wegblijven en Gambia zit ook in hun planning. Hij heeft pilots en artikelen en wil die wel even komen brengen en even later is hij weer terug met ditmaal zijn oudste dochtertje Puk. Altijd goed om zoveel mogelijk info te vergaren. Bij ons vertrek ,een uurtje later, geven we alles, na inzage en bestudering weer bij hen af. We varen met de vloedstroom mee de Taag op richting Lissabon. Vlak voor de imposante hangbrug, een kopie van de Golden Gate in San Francisco, zien we aan bakboord de Torre de Belem en het indrukwekkende monument van de ontdekkingen, de Padra de Descombimentos. Na de brug, die in 1966 is gebouwd, moeten we bakboord uit naar de Doca de Alcantara. We passeren nog een giga cruiseschip en draaien daarna scherp de haven in. De brug is gesloten en René heeft marifoon contact met de brugwachter, die beloofd open te gaan na fifteen minutes, of zei hij nou fifty? Gelukkig het eerste en even later liggen we vast in 'bijna' het centrum van de Portugese hoofdstad.

Donderdag 15 september 53e dag.
We trammen naar het oude centrum van de stad en lopen uren lang, gewapend met een plattegrond, door deze beroemde stad, eens het centrum van een wereldrijk. Wat opvalt zijn de miljarden witte en zwarte basalt keitjes waarmee de stoepen zijn geplaveid. Glad gepolijst door het schoeisel van de miljoenen toeristen en Portugezen die al het moois wat de stad biedt komen bezichtigen. Ruim twee miljoen inwoners, als je de buitenwijken meerekent. Een historische stad die het nodige heeft meegemaakt. Een zware aardbeving op Aller Heiligen! 1 november 1755 heeft een groot deel van Lissabon en zijn omgeving verwoest. Deze trieste gebeurtenis kostte aan 30.000 mensen het leven. Een bijna niet te blussen brand op 25 augustus 1988 vernietigt een deel van de oude stad. De wijk Baixa wordt geheel in de as gelegd. We laten de stad maar een beetje op ons af komen en zittend op een terras met een verrukkelijke capucino aanschouwen we met plezier het komen en gaan van toeristen en inwoners van deze prachtige metropool. Dan klimmen we, door piepkleine straatjes en bij 30 graden, naar het hoog op een heuvel liggende Castelo Santa Jorge, een 'monument national'. Gebouwd in de 11e eeuw, gedurende de Moorse overheersing ( 11e en 12e eeuw) als militaire vesting. Daar aangekomen zien we dat het entree zeven euro is en we hebben geen idee of dat wel de moeite waard is. We staan een beetje te twijfelen, zuunige Hollanders! Dan ziet René mensen uit het kasteel komen die hun entree kaartje in een afvalbak deponeren. Hij plukt ze eruit en wij naar de controle poortjes. Lichtjes op rood natuurlijk! Hangt hij een heel verhaal op bij de ernaast staande suppoost, dat we al binnen zijn geweest maar even iets zijn gaan drinken. Ja, hoor, de truck lukt en dan zijn we binnen. Het is absoluut meer dan het entreegeld waard. Het uitzicht vanaf deze hoogte is super. De hele stad, de rivier de Taag, de imposante hangbrug liggen als een soort Madurodam aan je voeten. In het museum van het kasteel lezen we dat de eerste archeologische vondsten in Lisboa dateren uit de tijd van zeven eeuwen voor de geboorte van Christus. Na het bezoek dwalen we nog door oude volkswijken om te ontdekken dat het niet allemaal goud is dat er blinkt.

Vrijdag 16 september 54e dag.
Vandaag maken we het ons gemakkelijk, we nemen de 'Yellow Bus' ,een stads toer die je in alle grote steden van Europa tegenwoordig maken kan. Opstappen en uitstappen bij alle belangrijke plaatsen. Comfortabel zitten we op het open bovendek, windje door de haren, nou ja!,voor niet iedereen dus, met oordopjes waarin de stem van een Nederlands sprekende vrouw ons voorziet van de nodige informatie. En terwijl de chauffeur de dubbeldekker door het drukke en toeterende verkeer loodst vertelt ze ons dat Lissabon gebouwd is op zeven heuvelen, De brede wegen zijn gebouwd in de stijl van de Franse boulevards en dat in de 18e eeuw er een passie was bij stadsarchitecten voor grote pleinen. We zien het bevestigd en bewonderen de vele bronzen standbeelden, sommigen wel 30.000 kg zwaar, van beroemde en geëerde landgenoten. Een heerlijk groen stadspark waar opa's en oma's graag met hun kleinkinderen komen wandelen. Een overdekte stieren arena, nog door de Mooren gebouwd. De stieren worden niet meer gedood, zegt de stem in m'n oordopje. Alleen nog maar een beetje gepest roept René me toe! Een monument dat de uitdrijving van de Sefardistische Joden in 1492 uitbeeld en het gigantische warenhuis El Corte Ingles, zeg maar de Bijenkorf van Lissabon. Tussen de bezienswaardigheden door klinkt er melancholieke Fado muziek door de koptelefoon, Fado, een muzikale uiting van de Portugese ziel.
Het is zo mooi dat we bijna vergeten uit te stappen bij Museu da Marinha, het scheepvaartmuseum dat we op ons verlanglijstje hadden staan om in ieder geval te bekijken. Meer dan schitterende modellen van de schepen waarmee de grote Portugese ontdekkingsreizigers als Magelheas en Vasco da Gama in de 15e en 16e eeuw de wereld ontdekte en de weg opende voor handel met India en Afrika die een eeuw zouden duren. Opvallend was een globe uit 1645 gemaakt door Willem Jansz Blaeu, een bekende Nederlandse globe maker waar de Portugezen dankbaar gebruik van maakte. Grote schilderijen met dramatische taferelen van oorlogen op zee uitgevochten met onder andere de Engelsen aan de wanden van dit indrukwekkende museum. Een hele afdeling met visservaartuigen door de eeuwen heen. Als enthousiaste zeilers bekijken we elk miniscuul detail over zeilvoering, uitrusting en zo en verbazen en verwonderen ons over de, in onze ogen primitieve bouw, waarmee ze toch alles konden doen wat nu nog gedaan wordt n.m vissen. Voldaan verlaten we deze unieke verzameling van maritieme objecten, blij dat de Portugezen zuinig zijn op hun geschiedenis en al het bewaarde koesteren. Buiten is het even knijpen met de ogen tegen het zonlicht en na een kort stukje met de Yellow Bus zijn we weer bij de "Robeyne' ons eigentijdse vaartuig voor onze eigen ontdekkingsreis langs, voor ons toch ook onbekende kusten en landen. Maar ja, als je naar alle moderne electronica en navigatie middelen kijkt die we tot onze beschikking hebben, hadden ze het vroeger toch heel wat moeilijker. Met respect, enorme waardering en bewondering voor de zeelui van vroeger sluiten we deze dag af met een heerlijk koud biertje in de kuip.
Beer.

donderdag 15 september 2011

woensdag 14 september 2011

Naar Lissabon

Maandag 12 september 50e dag
Het is een flink stuk lopen voor onze boodschappen, maar het hoort er allemaal bij. Rugzak en tassen gevuld zeulen we onze voorraad voor een dag of vier van de supermercado van Lexiões naar de jachthaven. We gaan wéér proberen naar Lissabon te komen. De afstand is 170 mijl. Langs de container terminal met grote, ladende en lossende zeeschepen varen we naar de havenuitgang. De eerste mijlen is er maar erg weinig wind, zo gaan we er héél lang over doen! Maar als het vaste land opwarmt ,door de inmiddels uitbundig schijnende zon, steekt er een mooi zeewindje op en glijden we door de hoge deining naar het zuiden. Gedurende de dag trekt de wind goed aan . Als een vissersboot ons tegemoet vaart verdwijnt hij regelmatig geheel achter de hoge golven. Heel relaxed gaat de middag over in de avond en na ons eten worden de wachten ingedeeld. Ik tref het, de eerste wacht van 20.00 uur tot middernacht, makkie. De jongens gaan 'voor' slapen en verdwijnen in hun kooien. Er is heel weinig scheepvaart en ik voel me alleen op de wereld. Het ritme van de wind en de golven begeleiden mijn gedachte. Tijdens zo'n wacht is de 'Robeyne' dan ook een beetje jouw schip en kun je wegdromen dat je alleen over de zeeën aan het varen ben. Ze moet dan gehoor geven aan jouw commando's, maar meer nog moet jij luisteren en kijken wat het schip wil. Meer of minder zeil, andere koers vanwege golven, etc,etc. Schipper en schip moeten zich alle twee goed voelen. Een twee eenheid. Ademloos kijk ik naar de zon, die nu als een vuurrode bol in het westen, zichtbaar sneller naar de oceaan zakt. Gelijktijdig komt in het oosten een volle maan aan het firmament, de kraters duidelijk zichtbaar. Boven me, nog heel voorzichtig beginnen de sterren te fonkelen. De strijd tussen de zon en de maan is inmiddels gestreden in het voordeel van de maan en langzaam verdwijnen de kleuren uit onze wapperende driekleur. Het interieur van de 'Robeyne' verandert in een donker gat met rode,groene en gele lichtjes. Het laptopje met de digitale zeekaart als trouwe bondgenoot schijnt z'n vaalblauwe licht door het luik. De golven die in het maanlicht komen aanrollen hebben schimmige vormen, wat late Jan van Genten met hun witte buiken scheren rakelings langs het wateroppervlak. De marifoon, op kanaal 16, heeft na het Portugese weerbericht van 19.00 uur, waar we niks van hebben begrepen, gezwegen. Bij een lampje lees ik nog wat maar realiseer me dat er eigenlijk niks mooier is dan een zeilschip, voortgedreven door wind, dat door de maan verlichte nacht langs vreemde kusten vaart en leg het tijdschrift weg. Kijken, genieten, beleven, ondergaan en de nacht voelen Beertje, het zijn unieke momenten en zo'n reis is zó voorbij.

Dinsdag 13 september 51e dag.
Coen en René hebben nacht voor hun rekening genomen en ze hebben er heel wat mijlen in het logboek bij geschreven. Het belooft weer een prachtige zeildag te worden. De zon en de wind doen beide hun best ons op een aangename manier naar Lissabon te brengen. Alleen de zon zien en voelen we weinig. We maken onze eigen schaduw. Als je zuid uitvaart, de zon tegemoet en de beide voorzeilen staan uitgeboomd mag je ook niks anders verwachten. De fleece jacks houden we dus maar lekker aan. Gedurende de dag begint het elk uur een knoopje harder te waaien en in de middag kunnen we constateren dat de Nortada zich weer laat gelden. Bij windkracht vijf en een hoge deining is het puur genieten, ook als het zes wordt. We passen wel de zeilvoering aan want de 'Robeyne' begint aardig te zwabberen en de stuurautomaat maakt overuren. Twee riffen in het grootzeil en de genua voor een kwart ingedraaid. We zijn dwars van Cabo Rosa en moeten al gauw oost gaan varen om het grote estuarium van de Rio Tejo ( de Taag ) op te varen richtig Lissabon. Het tij loopt nog tegen en de ebstroom botst tegen de hoge deining van de Atlantische Oceaan. Brekers blijven gelukkig weg maar de wind is nu tot een zeventje aangetrokken en sleurt de 'Robeyne' met z'n gangboorden door het water. Spectaculair zeilen met precies de goede zeilvoering voor de omstandigheden. René was natuurlijk al overtuigd van de kwaliteiten van zijn schip maar als we nu zien hoe ze zich gedraagt, kunnen alleen maar constateren dat: aan het schip zal het niet liggen. Het is nog een heel eind de Taag op varen om in het centrum van Lissabon te komen, de wind is door de verder gelegen bergen weggevallen en de stroom nog tegen. Aldus besloten om in de baai van Cascais voor anker te gaan. Cascais is samen met het nabij gelegen Estoril, de badplaats voor de bovenmodale Portugees. Het is Happy Hour tijd als ons anker in het water plonst in de baai met tientallen zeilboten om ons heen. Aan bakboord de moderne jachthaven aan de voet van de prachtige citadel. Huizen en hotels in pasteltinten, schilderachtige restaurants op de rotsen en palmbomen omringen de baai en zijn ons decor tijdens de avondmaaltijd in de kuip. Naast ons ligt een grote houten tweemaster met de Nederlandse vlag hoog in de achtermast. Hun anker krabt door de inmiddels weer aangetrokken wind. Na drie pogingen lukt het om grib te krijgen en kunnen ze rustig gaan slapen. Wij hebben ook een extra lijn aan het anker waarvan, als we net ter kooi zijn gegaan de haak met een knal los schiet. René vindt wel een oplossing en in het donker en de harde wind wordt een nieuwe lijn aan de ankerketting gebonden. Zo, dat was dat, kunnen we nu rustig gaan slapen.
Beer.

maandag 12 september 2011

Povoa de Varzim

Vrijdag 9 september 47e dag
De sirene op het havenhoofd loeit, we zien het ding niet maar horen 'm des te beter. We zitten gevangen in een wereld van mist. Het is niet raadzaam om uit te varen. We besluiten dus om te blijven liggen en kijken hoe de situatie morgen is. Doen vast de boodschappen voor een trip van enkele dagen en nachten naar Lissabon.
Zaterdag 10 september 48e dag
De mist is weg maar de wind is zuid! Kruisend naar Lissabon? No way. We hanteren de slogan: A gentleman 'never sails windwards' en besluiten nog een dag in Povoa de Vazim te blijven. Afgezien van een wandeling op de pier, waar veel vissers stonden die niks vingen was ook deze dag weer zo voorbij.
Zondag 11 september 49e dag.
We zijn afhankelijk van het humeur van de wind, die nog maar steeds hardnekkig uit het zuiden blijft komen in tegenstelling tot de gribfiles die een mooi windje uit het westen beloven. Daarbij waait het maar heel weinig. We gokken erop dat Aeolus snel van richting gaat veranderen en maken ons scheepje zeeklaar. Klokslag tien uur gooien we los en gaan richting zee op weg naar Lissabon. Als we tussen de pieren naar buiten varen zien we bij het havenhoofd een enorme breker als gevolg van de hoge swell binnenlopen. Whoooo... We zetten ons schrap en bereiden ons voor op nog zo'n kwajongen. Gelukkig zijn de volgende golven geen brekers en na tien minuten zijn we in dieper water en is er alleen nog maar de hoge deining. We realiseren ons dat bij het uitvaren de sirene nog steeds loeide terwijl de mist opgelost was. Zou het iets te maken kunnen hebben met het in en uitvaren? Als langs deze kust de Atlantische swell hoog oploopt, kan het op de drempels van de haveningang zo te keer gaan dat de havens niet meer veilig zijn in te varen zijn. Ze worden dan ook regelmatig gesloten. We kunnen in de Reeds niks vinden dat ze dan een sirene zouden gebruiken om de scheepvaart te waarschuwen. We steken een heel eind de zee in en zeilen tussen heuvels van water, bewegende heuvels, imposant en indrukwekkend. Het zijn restanten van stormen of orkanen die ver weg op de oceaan gewoed hebben. Golven kunnen duizenden mijlen 'reizen' voor ze op de één of andere kust stuk lopen. Later zullen we op onze reis ook nog wel bergen van water zien, maar goed, dat is later. Dan, plotseling 'Out of the blue' is ze d'r weer. Eerst zijn het nog wat flarden , maar dan zitten we er weer middenin. M I S T, het zicht wordt met de minuut slechter. Overleg wat te doen. We gaan de nacht in en op de zondagavond gaan de meeste vissersschepen weer naar zee en die zien we niet op de AIS, wel de grote zeeschepen. Radar hebben we niet, dus besluiten we een haven op te zoeken en kijken of de weersomstandigheden veranderen. Coen vertelt, dat toen hij op de kustvaart voer en ze in de mist terecht kwamen, de bemanning nooit beneden in hun hutten gingen slapen, maar met hun dekentje boven in de messroom gingen liggen om in geval van problemen niet het gevoel te hebben opgesloten te zitten. Gezien de koers zouden we eventueel naar Doca da Figueira kunnen zeilen maar dat is nou net zo'n haventje die ze bij hoge deining sluiten. In een boek van een zeiler, die dezelfde reis als de onze een paar jaar geleden maakte, las ik dat daar een Nederlandse zeiler bij het binnenvaren door zo'n breker werd getroffen, dwarsviel, kapseisde en verdronk. We kiezen dus maar voor het veilige Leixões. Een grote havenplaats met ruime diepe entree voorafgegaan door een enorme breakwater. Bij het binnenlopen is de mist weer weg maar we houden ons toch maar aan het eerder genomen besluit, de wind laat het trouwens geheel afweten. Als we vast liggen en net aan onze 'happy hour' willen beginnen staat er een man met z'n hondje bij onze boot. Hij ligt met z'n schip een eindje verder aan de steiger en vindt het leuk om even een praatje te maken met die drie kereltjes op een boot.. Hij heet Peter en z'n hond heet Woezel. Het is een Australian labradoedel ( kruising tussen een Labrador en een poedel) officieel ras en razend popie tegenwoordig! Wat een leuk beest! En hij verhaart niet! Natuurlijk vragen we hem aan boord voor een wijntje en hij vertelt dat hij net een jaar met pensioen is en dat hij samen met z'n lieftallige echtgenote alles in Nederland hebben verkocht, huis, auto, heel de mik mak, toen een 44 voet Ovni hebben aangeschaft en nu op die boot wonen en varen richting Middenlandse zee. Ja , zo doen sommigen mensen dat! Als we onze laptop afsluiten,zien we dat we 37 mijl gevaren hebben, terwijl we hemelsbreed maar 11 mijl van Povoa de Varzim zijn verwijderd
Beer.

zaterdag 10 september 2011

weg uit de Ria's

Dinsdag 6 september 44e dag.
In de ochtend liggen er zo maar drie enorme cruise schepen naast onze jachthaven. Door hun enorme hoogte van wel tien dekken stelen ze onze zon en liggen we nog lang in de schaduw. Met de gasfles is het niet gelukt, volgende haven dan maar weer proberen. We doen snel boodschappen, tanken water en maken ons bootje klaar. De passagiers van de cruise schepen gaan aan wal en rondom de terminal is het een komen en gaan van grijze krulletjes en iets te dikke buikjes, behangen met fototoestellen van Japanse makelij. De schepen varen meestal 's nachts om overdag in een haven hun 'lading' te kunnen lossen. Vigo is blijkbaar populair. Het is ook een mooie oude stad. Het is vroeg in de middag als we losgooien uit de gastvrije haven met bestemming Leixöes in Portugal. Het is 75 mijl en het plan is een nacht door te varen. Op de motor tuffen we de baai uit en eenmaal buiten kunnen de zeilen omhoog. We laten nu de Ria's achter ons. We hebben ze uitgebreid bezocht, bevaren, beleefd in gezwommen en geankerd. Het was zeer de moeite waard. Een gebied, voor de meeste Nederlandse vakantiegangers helaas onbekend. Het is prachtig mooi zeilweer, de zon brandt, geen wolkje aan de hemel en de wind trekt aan tot 20 knopen ( vijf beaufort).Het is de Nortada, een harde Noorder wind, die 's zomers meestal langs de Portugese westkust waait. We varen 'pal voor 't lapje' en bomen de voorzeilen uit. De oceaandeining deert ons weinig. We stijgen en dalen op de lange golven. De kust blijft goed in zicht en één van de cruiseschepen komt ons achterop. Op de AIS zien we dat het de 'Orania' is van de P&O op weg naar Lissabon met een vaartje van ruim 17 knopen. Rond drie uur zijn we dwars van de rivier de Rio Mino, die de natuurlijke grens vormt tussen Noord Spanje en Portugal. We hebben aan boord inmiddels zo onze eigen plekjes. René, op het bankje achter het roer met z'n onafscheidelijke sudoku boekjes. Coen, relaxed in de kuip met z'n Ereader met voor deze reis minstens 800 boeken.. Zelf zit ik graag op het voordek te kijken hoe ons schip, voortgedreven door windkracht de golven doorklieft. Mijl na mijl, met een gemiddeld vaartje waar ze bij de avondfietsvierdaagse jaloers op zouden zijn. Ik kan daar intens van genieten en denk gelijk hoe belangrijk het zeilschip door de eeuwen heen is geweest voor de mensheid. Helaas niet altijd voor goede zaken. De Noormannen met hun Vikingschepen kwamen om te roven en te plunderen. Van het jaar 800 tot 1000, leerde ik al op school. De oorlogen op zee uitgevochten,standbeelden van zeehelden vind je in alle Europese havensteden. De slavenhandel, miljoenen Afrikanen weggevoerd naar de West voor dwangarbeid op plantages. De, door onze voormalige minister president Jan Peter Balkenende nog zo geprezen V.O.C, vervulde een sleutelrol in het, een halve eeuw durende mensonterende transport. Maar ook veel positiefs en goeds heeft het zeilschip gebracht. De grote ontdekkingsreizen van Columbus, Maghalhean, Vasco da Gama, Thomas Cook, Abel Tasman, Willem Barentsz, alles met zeilschepen. Mijn eerste 'grote mensen leesboek' was van de Kontiki, het vlot waarmee de Noorse antropoloog Thor Heyerdahl van Peru naar de Polynesische archipel zeilde. Hij wilde aantonen dat de Inca's vroeger met vlotten diezelfde reis gemaakt moesten hebben, aangezien er overblijfselen van de Inca cultuur daar waren aangetroffen. Zo kan ik wel uren doorschrijven over de rol van het zeilschip, maar terug naar de 'Robeyne'. Na marifoon contact met de 'Sobat Kras', die eerder uit de haven van Bayona is vertrokken en nu in Povoa de Varzim ligt, besluiten wij, ook daar naar toe te gaan. Als de wind blijft waaien en dat doet ie, kunnen we rond middernacht in de haven liggen. We moeten nog langs een gevaarlijk obstakel in volle zee. In de Reeds beschreven als een ' Offshore wave power for generating electricity. In zee drijvende, honderden meters lange buizen die door de beweging van de golven elektriciteit opwekken. Als we daar voorbij zijn komen de havenlichten in zicht. Suzan en Hans staan op de steiger met een schijnwerper om ons in het donker wegwijs te maken en een box aan te wijzen. Niet veel later liggen de twee boten weer zij aan zij en nemen we nog een afzakkertje op hun comfortabele jacht.
Woensdag 7 september 45e dag.
Rommeldagje, met de gastank lukt 't ook hier niet. René zit drie kwartier boven in de mast voor reparatie aan de marifoon antenne. Hij noemt dat zelf vaak z'n enige mogelijkheid voor een beetje privacy! En te genieten van een mooi uitzicht. In de middag 'verkennen' we Povoa de Varzim. Doet ons een beetje aan Zandvoort denken. Hoge flats aan de boulevard, daarachter gezellige straatjes. Wat opvalt is een honderden meters lang prachtig tegeltableau in Delftsblauwe kleuren op de boulevard. De hele geschiedenis van deze vissersplaats afgebeeld in taferelen. Dramatisch is de afbeelding van een storm die de visserschepen op de rotsen slaat, vrouwen op het strand staan wanhopig met hun handen ter hemel, hulpeloos toe te zien hoe hun geliefden in de woeste golven verdrinken. We zijn net terug aan boord als er een sirene begint te loeien zoals wie die in ons land kennen van de eerste maandag van de nieuwe maand. Zal wel stoppen, denken we nog, maar even later begrijpen we de rede. Er komt van zee een dikke mist opzetten en even later zitten we in nevelen gehuld. De sirene loeit om de vissers de weg naar de haven te laten terug vinden. Het zijn vaak kleine scheepjes die niet met moderne navigatie middelen zoals radar zijn uitgerust. Toen wisten we nog niet dat hij bijna veertig uur nonstop zou blijven loeien! Daarbij zakt de temperatuur zeker tien graden en waait het ook nog eens behoorlijk. We hoeven gelukkig niks meer en sluiten de luikjes.In ons comfortabele onderkomen laten we ons de op de vismarkt gekochte tongetjes goed smaken. Om middernacht gaan we toch nog even naar de buren, Suzan wordt acht september 50! en dat is het inmiddels. We zingen van lang zal ze leven,kussen, drinken een glas of wat en René heeft een mooi Slauerhoffachtig gedicht voor haar bedacht dat hij haar voordraagt. We besluiten de happening met de afspraak de volgende ochtend (is het al) met z'n vijven naar Oporto te gaan. De sirene op het havenhoofd loeit de hele nacht en dat scheelt wel een beetje in nachtrust.

Donderdag 8 september 46e dag.
Er gaat een metro, hoofdzakelijk bovengronds vanuit Povoa de Varzim naar Oporto. De afstand is ongeveer een kilometer of veertig. Ruim op tijd zitten we in het comfortabele vervoermiddel en zoeven we door het Portugese landschap. Bij het binnenrijden van één van de eerste dorpjes komen we langs een lagere school waar de kinderen buiten spelen. Ze dragen allemaal, de jongens en de meisjes een uniform met op hun koppies een oranje petje. Het was kostelijk om te zien en natuurlijk héél nodig vanwege de felle zon die, nu we van de kust weg zijn, hier volop schijnt. Halverwege de rit rijden we langs een aquaduct waar geen einde aan lijkt te komen. Het blijkt het in de 17e eeuw gebouwde aquaduct te zijn met 999 bogen voor het Santa Clara klooster. En dan staan we ineens in Oporto en beginnen aan onze kris,kras toeristische wandeltocht door het historische centrum van deze unieke stad. Geen straat is er recht en we lopen,klimmen en dalen door smalle tegen de heuvel op gebouwde straten en pleintjes met oude en vermoeide huizen. Het is niet overal even fris en de vele duiven (de ratten van de stad) dragen daar hun steentje toe bij. We lopen over het bovenste gedeelte van de beroemde brug over de Douro ,de Ponte de Dom Luis I, ontworpen door Teofilo Seyrig, een leerling van de bekende Gustave Eiffel , ja die van die toren! De prachtige en imposante constructie dateert uit 1866. Ik heb het niet zo op hoogtes maar probeer toch foto's te maken van de diep beneden ons liggende pakhuizen van de beroemde portmerken. Het uitzicht is fenominaal. De Douro, de 927 kilometer lange levensader van de portwijnen, slingert door deze prachtige oude stad met z'n historie als leverancier van 's werelds heerlijkste port. Aan de oever nestelen we ons in een piepkleine taverna om weer een beetje op krachten te komen. Een moeder, een dochter en tante bestieren het tentje. Moeder is 88! en schuifelt op haar dooie gemakkie door het keukentje. Als we een foto van haar willen maken, neemt ze een pose aan die Marilyn Monroe niet zou hebben misstaan. We kunnen deze stad niet verlaten zonder in een van de porthuizen te hebben gekeken. We laten ons rondleiden door een charmante, goed engels sprekende gids en proeven na afloop van de verrukkelijke portwijnen en kopen natuurlijk zoveel als we kunnen dragen. Met de spits treinen we weer naar onze 'thuishaven'. Povoa de Vardim zit weer potdicht van de mist. We zijn veel te dun gekleed, dit zijn bijna Nederlandse weersomstandigheden. Hans heeft ons uitgenodigd voor een etentje vanwege Suzan's happy birthday. Na wat zoeken door een koud, stil en verlaten Povoa, vinden we in een achterafstraatje precies het goede eethuisje om haar verjaardag waardig af te sluiten. De bourgondische eigenaar straalt warmte uit net als zijn gezellige onderkomen. Moeders in de keuken en zoonlief, een brugpieper helpt in voorzichtig uitgesproken Engels met het vertalen van de menukaart. Het wordt een heerlijke Paëlla en de suggereerde wijn komt natuurlijk uit het gebied van de Douro. We hebben nog een lied voor Suzan gemaakt en zingen haar luidkeels toe. Moe ,voldaan en tevreden keren we terug naar onze bootjes in de jachthaven waar de sirene nog steeds de boventoon voert, ach alles went...toch? Beer

dinsdag 6 september 2011

eindelijk weer wat foto's

Isla Cies en Vigo

Zondag 4 september 42e dag.
Imagine......Je wordt wakker op een zeilboot, die voor anker ligt bij het strand van één van de mooiste plekken van het Iberische Schiereiland. De eerste zonnestralen dringen door in ons bescheiden interieur. Met de slaap nog in mijn ogen verken ik de omgeving. De regen en wind van de afgelopen nacht zijn op de vlucht, een stralende zon kleurt het eiland CIES. Het parelwitte strand, nu nog het domein van honderden meeuwen. Daarachter het donkere bos met de hoge eucalyptus bomen. In de verte, hoog op de rots, nog gehuld in slierten nevel, torent de vuurtoren, het houvast voor zeelieden in de nachtelijke uren. René en Coen nog in diepe rust. Langs de reling laat ik me zakken in koud helder water en zwem m'n spieren los. Drie maal rond de boot is genoeg om wakker te worden en te genieten van het zondagochtend ontbijt dat Coen even later klaarmaakt met dit keer zelfs een gekookt eitje om het geheel te vervolmaken. We zijn nog met slechts enkele zeilboten om ons heen, maar het is zondag en al snel komen de eerste motorboten vanuit VIGO ( 300.000 inwoners!) en BAYONA de rust een beetje verstoren. Maar ach, er is ruimte genoeg voor iedereen om van deze mooie dag te genieten. Coen pakt zijn hengel in de hoop voor de lunch eens iets anders te krijgen dan oud stokbrood met kaas. René pleegt onderhoud aan ' zijn Robeyne', hij krabt,schuurt en verft roest plekken die gelukkig snel drogen in de warme zon. De veerboten brengen de dagrecreanten naar de steiger en gaan zelf voor anker tot de avond, alvorens ze weer naar het vaste land terug keren.. In de middag roeien we naar 't strand voor een pittige wandeling naar de vuurtoren. Het is een hele klim, de toren ligt op 160 meter hoogte. De beloning is groot, het uitzicht is ronduit spectaculair. Het hele eiland, de omliggende eilanden en de kust van de vaste wal van Galicië zijn duidelijk te zien. Ver beneden ons, je moet geen hoogtevrees hebben, beuken de golven op de rotsen. De meeuwen zweven sierlijk op de stijgingswind en scheren vlak over ons heen. Dit is hun territorium! Naar beneden gaat een stuk makkelijker, temeer omdat we onszelf een biertje hebben beloofd bij de enige uitbater op CIES. Het tweede biertje is op de 'Sobat Kras' en bij het derde zitten we op ons eigen schip. Eten,afwassen,opruimen,lezen,naar muziek luisteren,kletsen,tandenpoetsen en slapen.

Maandag 5 september 43e dag.
We hebben nu een flink aantal dagen voor anker gelegen, dus tijd om een haven op te zoeken. De keuze valt op VIGO. René zoekt in de Reeds naar een geschikte jachthaven, er zijn er drie. De Puerto Deportivo del Real Club Nautico de Vigo gaat het worden en we halen ons ankertje uit het nat. We zetten koers naar deze grote havenstad. Halverwege varen we langs een enorm hoog en groot schip. Een Japanse auto-carriër die voor anker ligt. Op de AIS zien we dat hij 199 meter lang is en z'n bestemming VIGO. In z'n dikke buik misschien wel 5000 Toyotaatjes bestemd voor de Spaanse automarkt. Met zo'n RoRo (Roll-on Roll- Off ) schip maakte ik vorig jaar nog een reis van Antwerpen naar Le Havre op uitnodiging van mijn neef Florian, ex 1e stuurman op de grote vaart.
Machtig interessant! Als we de havenstad naderen zien we piepkleine optimistjes als veertjes op het water dansen met als achtergrond decor de grote zeeschepen en een indrukwekkende container terminal. Wel even wat anders dan een zeillesje op de Kralingse plas. De smalle ingang is geen obstakel en we worden opgevangen door een havenmeester. We hebben gas nodig en dat gaat wel lukken wordt ons beloofd. Dan Wifi, daarvoor gaan we naar het prachtige oude en stijlvolle clubgebouw van de 'Club Nautico de Vigo'. Vitrines met prijzen van zeilwedstrijden, schitterende schilderijen van vervlogen tijden en een bar met leren fauteuils. Aan tafeltjes vergrijsde clubleden die een partijtje schaak spelen en dat alles in een serene rust. We kiezen voor het buitenterras uitziend over de jachthaven en de stad. Coen heeft direct contact met Roelie en skyped er op los.
René probeert de foto's van de afgelopen weken te versturen voor het Blog. Terug op de boot wordt er even hard gewekt, met de slang het hele schip afspuiten en van zand en zout ontdoen. Dan is het tijd om de oude stad te verkennen. Ineens bevinden we ons in het drukke centrum, na alle rust van de laatste dagen een hele overgang. Volle terrassen, verkeer, telefonerende voorbijgangers, jongens met scate boards, kortom een stad die bruist en leeft. Een restaurant is gauw gevonden, jammer dat wat we van de menukaart bestellen er nou net niet is. Morgen weer een dag.
Beer

zondag 4 september 2011

Ria geneugten

Woensdag 31 augustus 38e dag.
Onze eerste gastank is leeg, we hebben er nu een maand mee gedaan. Aan mij de eer te gaan kijken of ze die ergens kunnen vullen. Eerst maar even langs de hulpvaardige havenmeester. Met zijn brede lach staat hij in het kantoortje van het nieuwe, vuurrode havengebouw. Hij komt uit Senegal en woon/werkt hier al vijftien jaar. Hij spreekt nog steeds goed Frans en we kletsen in z'n moerstaal over van alles en nog wat. Oh ja, de gasfles, nee, hij heeft geen idee. Probeer eens bij dat bedrijf daar aan het eind van de kade. Daar beginnen ze al moeilijk te kijken als ik binnenstap. Ze halen hun schouders op en maken gebaren die me weinig hoop geven. Je hoeft geen woord Spaans te spreken, de non verbale lichaamstaal zegt me genoeg. Het zal Vigo of Lissabon worden voor we een vulstation kunnen vinden. Coen gaat naar de kapper en René bekijkt de weerkaarten, die hij via de korte golf ontvanger binnenhaalt. De orkanen op de Noord Atlantische Oceaan zijn nog niet uitgewoed,blijkens de hieronder getoonde berichten. Het is niet voor niets dat we nog een paar maanden moeten wachten voor we aan de oversteek naar Suriname kunnen beginnen.
================================================================
Meteo voor Navarea 2

Part 1 : WARNING : none.

Part 2 : General synopsis, Wednesday 31 at 00 UTC

Low 1004 45N13W slowly moving southeast, expected over FINISTERRE later.
Low 992 (ex-IRENE hurricane) just south off Greenland moving
eastwards and deepening, expected 983 59N26W by 01/12 UTC.
New low expected 1014 49N41N by 01/00 UTC, expected 1010 48N35W by
01/12 UTC.

Monsoon trough across Mauritania from 21N10W to the Cape Verde Islands near 15N25W.
Tropical storm KATIA 997 near 13.3N 37.5W at 31/03 UTC, moving West-northwest at 19 kt and increasing. Expected Hurricane near 14.8N 43.4W at 01/00 UTC.
Thermal low 1008 over Mauritania. Associated low 1013 near 12N22W at 01/00 UTC.
High 1026 near 37N41W, moving southward, expected 1025 near 34N40W at end.

Part 3 : Area forecasts to Thursday 1 at 12 UTC
….
FINISTERRE :
South or Southwest 4 to 6, becoming Cyclonic from south soon.
Moderate. Showers locally thundery.

PORTO :
South or Southwest 4 to 6, veering Northwest 2 to 4 soon. Moderate.
Rain or showers
….
Part 4 : outlook for next 24 hours :

No gale expected.

========================================================================
Na ons middagbroodje gaan we met Hans en Suzan met de bus naar Pontevedra. Met de boot kun je daar niet komen. Er ligt een brug voor de stad met een doorvaarthoogte van 12 meter en dat gaat met de 16 meter hoge mast van de 'Robeyne' zeker niet lukken. Daarbij is het aan het eind van de ria te ondiep. De kapper had Coen al gezegd dat het met de bus een drama zou worden en we beter een taxi konden nemen. Maar zuunig als we zijn proberen we het toch maar. Er is niet eens een halte en iedereen die we het vragen geeft een andere plaats waar de bus zal stoppen. Drie kwartier te laat komt er gelukkig dan toch een bus om de hoek zetten. De kosten zijn twee keer niks en comfortabel brengt hij ons naar onze bestemming. Pontevedra, zeker het historische centrum is zeer de moeite waard. Volgens de legende gesticht door de Romein Teucro, één van de helden van de Trojaanse oorlog. Jammer genoeg giet het van de regen en we sjokken wat door de smalle straten en over de pleinen. De stad lijkt wel uitgestorven. Vanwege de aanhoudende regen en de siësta is er bijna niemand op straat. Dat geeft wel een speciale sfeer, zo kunnen we ons beter voorstellen hoe het vroeger was. We trakteren onszelf maar op een drankje in een café om de 'couleur local' te proeven en besluiten om naar een museum te gaan. Het museum van Pontevedra huist in zes oude panden uit de 18e eeuw en even later sta ik voor een vitrine met gebruiksvoorwerpen te gluren naar een vuistbijl uit het stenen tijdperk. In gedachte zie ik dan een Fred Flintstoneachtige Neandertaler met dat ding z'n buurman, uit de grot om de hoek, z'n kop inslaan, omdat ie niet van z'n Wilmaatje af kon blijven. Ja, en daar ligt dan het corpus delicti achter glas, door enthousiaste archeologen zorgvuldig met een zacht borsteltje schoongemaakt. Gekheid natuurlijk, het museum, gesticht in 1927 heeft sindsdien zijn collectie kunnen uitbreiden en die liegt er niet om. Prachtige schilderijen,bijzonder keramiek, zilverwerk ( Piet Hein heeft blijkbaar niet alles meegenomen) beeldhouwerken, pentekeningen en ivoren voorstellingen die zo fijn en ingewikkeld van structuur zijn dat je je afvraagt hoe ze het hebben kunnen maken. Onze bus terug gaat om zeven uur dus kunnen we nog naar de Santa Maria Basiliek die pas om zes uur haar poorten opent. De Basiliek is gebouwd over de ruïnes van een Romeinse kerk uit de 11e eeuw. Naast het prachtige altaar staat een Mariabeeld met in haar hand een zeilbootje? Ze denken toch aan alles! Nee, de Basiliek heet: Santa Maria de los Pescadores en werd gebouwd en gefinancierd met hulp van de vereniging van vissers en zeelieden. Heel bijzonder is dat Columbus in Pontevedra geboren is. Een inscriptie boven de deur aan de zuidzijde van de Basiliek ,alsmede een buste van deze historische figuur zijn de basis van een theorie dat de grote zeevaarder en ontdekkingsreiziger hier het levenslicht zag. Bij de bushalte spreekt een Spaanse vrouw me aan, ze begint een heel gesprek, een stortvloed van woorden en ik begrijp er niks van. Wat hulpeloos kijk ik haar aan en zeg: pardone no ablo Espagnol, maar de schat gaat gewoon door en elke zin eindigt met een vraagteken en haar gezicht ook. Dan zie ik mijn kans schoon, achter haar ,aan de zijkant van het bushokje hangt een levensgrote affiche met grote letters tekst. Ik lees de tekst hardop:Ya puedes sonar con el Gordo m'as gardo de la historia ya Hay loteria de navidad i conmars y menoras prenvas. Suzan, die naast ons stond wist niet dat ik zo goed in Spaans was! Onze Spaanse medereiziger was daarna stil. Terug in Combarro lopen we nog even door 'ons eigen' dorpje. Het staat bekend als het best bewaarde vissersdorp van Galicië. Het is waar en niet waar. Ja, als je naar de kleine poppenhuisjes kijkt waar de visser vroeger in woonde, de van natuursteen gebouwde voorraad schuurtjes en de smalle straatjes. Maar nee, als je merkt hoe toeristisch het geworden is. In de voormalige visserswoningen exploiteren nu tappasbar en restauranthouders hun negotie. De overige zijn souvenir winkeltjes Het is er wel erg gezellig, zeker in de avonduren. Je moet er maar een beetje 'doorheen' kijken om je een voorstelling te maken hoe het vroeger geweest moet zijn. We gaan samen uit eten en horen van Suzan en Hans dat ze waarschijnlijk nog verder met ons door zullen varen naar de Algarve. We sluiten de dag gezellig af en hopen op wat beter weer voor het tochtje naar Aguete.

Donderdag 1 september 39e dag.
In de vroege ochtend doen we boodschappen voor vier tot vijf dagen. Combarro is nog maar net wakker , nog weinig volk op straat.Alleen in de baai staan vrouwen tot hun middel in het water en harken in het zand op zoek naar 'clems' ,een lekkernij die de restaurants graag van hun afnemen. Het is zwaar werk en ze zullen er geen vermogen voor krijgen. Terug aan boord maken we los en zeilen rustig de baai uit. Naar Aguete is maar een kort rakje en we zijn er al vroeg in de middag. We pakken een mooring op en René wordt opgehaald door Hans en Suzan in hun bijbootje. Ze gaan het plaatsje verkennen en even de benen strekken. Als ze na uren terug komen met hun bootje zien Coen en ik dat het helemaal vol zit, er kan geen kip meer bij! Voorzichtig roeiend, het water klotst er bijna overheen,komen ze dichterbij en roepen van verre dat ze wat gasten meegenomen hebben, ja, dat is duidelijk! en even later zit de kuip vol met druk pratende Spanjaarden. Op een terrasje aan de haven hebben ze kennis gemaakt en ze waren nieuwsgierig wie die mensen van die mooie boten wel waren. Het zijn ook zeilers , wedstrijdzeilers, en vragen ons de oren van de kop over onze reis. Het zijn ongelooflijk leuke en spontane lui, het klikt gewoon aan alle kanten en ze willen dat we mee gaan naar hun huis. Het zijn twee broers met hun vrouwen, een vriendin en twee jonge knullen die op hun boot varen. Ze nemen vanaf dat moment helemaal de regie over. We moeten naar de overkant, naar Sanjenjo, daar voor anker en dan komen ze met een boot ons ophalen om naar hun huis in de bergen te gaan. We volgen gedwee, het avontuur lokt en even later racen we met hun speedboot over de baai richting Sanjenjo, waarna we in auto's op weg gaan naar hun huis, en wat voor een huis!Een van de broers is architect, net als hun vader. Het huis is ooit als een ruïne gekocht maar hun vader heeft er iets heel bijzonders van gemaakt. Dit wordt een avond om niet snel te vergeten. De mooiste wijnen worden open getrokken en in de grote maar oergezellige woon keuken staat een tafel gedekt voor twaalf personen. Zijn we in een film van Fellini terecht gekomen ? We kletsen, genieten van heerlijk eten, zingen en lachen alsof we elkaar al jaren kennen, maar het is slechts uren geleden dat de ontmoeting plaatsvond. Na het eten dansen we in hun riante woonkamer, taal barriëres verdwijnen, de opzwepende muziek brengt ons alle in extase en we gaan gewoon helemaal ouderwets uit ons dak. Dit zijn de' once in a life time' ontmoetingen die je moet koesteren. Het is al twee of misschien wel drie uur in de ochtend wanneer onze nieuwe Spaanse vrienden ons terug brengen naar de supermoderne jachthaven van Sanjenjo. Nee, ze willen niet dat we al naar onze bootjes gaan, eerst nog wat drinken in hun stamkroeg en we worden aan allemaal bekende voorgesteld. Ze weten van geen ophouden maar op een beetje aandringen onzerzijds wordt de motorboot gestart en varen we in het pikke donker terug naar onze boten. Het is al bijna licht als we onze gastvrije vrienden vaarwel kussen , blij dat we nu eindelijk kunnen gaan slapen. We kletsen nog wat na en leggen het moede lijf ter ruste. Net in slaap horen we hun speedboot weer aankomen en schalt het over het water "open bar" en zit het hele gezelschap weer in ons kuipje. Na nog een biertje enzo wordt Coen het een beetje zat, hij zegt," jongens ik ga naar bed, 't is mooi geweest" en dat is ook voor onze Spaanse feestvierders een signaal om er een eind aan te maken, na nog meer kussen en hugs verdwijnen ze in het donker op weg naar de haven. Duizenden lichtjes van de stad Sanjenjo flonkeren over het water en de vuilniswagens en krantenjongens rijden al over de boulevard. Welterusten!

Vrijdag 2 september 40e dag
Oei,liggen we nou zo te schommelen of is er een andere reden waarom we ietwat wankel ter been zijn. Het is echt "the morning after the night before" .O.K,dat is helder, maar we gaan wel verder. Tenslotte hebben we nu de vergunning om de twee prachtige eilanden voor de kust te gaan verkennen en die kans laten we niet voorbij gaan. Het eerste, ISLA ONS, ligt op een paar uur zeilen vanaf de kust. Er staat gelukkig wind die de 'Robeyne' voortduwt en ons een beetje wakker streelt.
Sterke zwarte koffie doet de rest en dan zien we ONS voor ons, het lag dus helemaal niet in de mist, zoals we eerst dachten! Rekening houdend met de wind, zoeken we plek om te ankeren. We proberen meestal op een diepte van vijf of zes meter te gaan liggen. Bij een verval van hier van drie meter , houden we dan genoeg water onder de kiel om de nacht rustig te kunnen slapen. Ook is het belangrijk dat het anker zich goed ingraaft. Vaak groeit er kelp ( laminaria hyperborea) op de zeebodem en daar glijdt het anker makkelijk overheen. Zandgrond is het beste en we kijken dan ook naar de kleur van het water, lichter bij zand en donker bij kelp. Drie tot vier maal de diepte moet dan aan ketting uitgerold worden. Vaak liggen er meerdere zeilboten voor anker waar je rekening mee moet houden. Bij een verandering van de wind moet je rond kunnen draaien. Dit keer zijn we met de 'Sobat Kras' de enige boten op het bijna verlaten eiland. We gaan aan land met de dingy en nemen Hans en Suzan mee. Door de branding bij het strand gaat het niet helemaal vlekkeloos en rolt er een pittig golfje de boot in. Ach, het hoort er allemaal bij en de zon doet de rest. Het eiland is
magnefiek, wat een ongerepte natuur. We klimmen naar het hoogste punt en genieten van de prachtige vergezichten. Op de terugweg drinken we nog een biertje bij het enige tentje dat ONS rijk is. Het is inmiddels al laat en tijd om aan boord wat te gaan eten. Coen, die aan boord gebleven is heeft al iets lekkers gemaakt en we maken het die avond niet laat. Ook krijgt Coen nog een smsje van zijn Roelie, met de tekst "Jullie liggen op ONS", met die gedachte zullen we maar gaan slapen, in de wetenschap dat het nog maar enkele weken zal duren voor we de meisjes in onze armen kunnen sluiten die in FARO naar ons gaan toekomen.
Beer.